Warme handen, koude voeten is een gezellig peutertheaterconcert in winterse sferen. De liedjes worden met een goed te volgen verhaallijn aan elkaar geknoopt en de kinderen worden bij de kleinste dingen betrokken. 

De voorstelling opent gelijk met het leukste moment in het programma. Dirk Scheele benoemt hoe koud het is en zegt dat hij zijn handen even zal opwarmen door gitaar te spelen. Maar ja, doet die gitaar het wel in deze kou? Hij probeert een paar snaren en produceert daarmee een serie grappige geluiden, van glijdende noten tot het plukken van de snaren op de kop van de gitaar, waar de stemknoppen zitten. Met deze humor breekt Scheele direct het ijs. 

Het decor is een winterse scène: een besneeuwde tuin met een kerstboom en een rood huis met een keuken en een paar lage krukjes op een gestreept kleed die de woonkamer aanduiden, de twee ruimtes gescheiden door een felgeel hek. Vooral het huis heeft een cartoonachtige uitstraling, met een kronkelend fornuis en een kromme deur die met zwarte lijnen zijn omrand.

Scheele speelt meerdere snaarinstrumenten en zingt vrijwel het hele programma vol, samen met medespeler Kira Kool. Met haar mooie, wat hogere stem laat ze meerdere keren horen dat zij de betere zanger is van het duo. Scheele heeft een paar keer moeite om tonen lang vast te houden of ze te raken. Hun stemmen kleuren ook niet in elk liedje even mooi bij elkaar. In ‘Sneeuw’ liggen de zangpartijen zo ver uit elkaar qua toon dat het onprettig is om naar te luisteren. In het daaropvolgende nummer, ‘Sneeuwpop’, zijn de tweestemmige stukken beter op elkaar afgestemd. 

Ook storend is Scheeles gespeelde enthousiasme, waarvoor hij met regelmaat liedteksten roept. Het lijken echter problemen die enkel de volwassenen in de zaal ervaren, de kinderen springen, dansen, zingen en zwaaien ongestoord mee met de liedjes.

Foto: Jurriaan Struijk