Een Gesamtkunstwerk noemt harpiste Lavinia Meijer de reeks voorstellingen die ze maakt onder de noemt Untitled. Met het derde deel onderzoekt ze de naam die we aan het huidige tijdperk zullen geven. Bij het begin heet ze elke generatie welkom, vanaf de babyboomers tot Generatie Y, Z en zelfs Alpha, de allerjongsten, geboren tussen 2010 en nu. 

Meijer, geboren in 1983 in Zuid-Korea, kreeg op tweejarige leeftijd een nieuwe naam. Ze kwam terecht bij adoptie-ouders in Nederland. Lavinia vond haar vader een mooie naam. Maar, voegt ze eraan toe, ‘Lavinia is de dochter van Titus Andronicus, de hoofdpersoon uit een Shakespeare-tragedie. Lavinia’s tong en handen werden afgesneden’. Dat komt even aan als een schok.

Namen, haar eigen naam en ook de benaming voor haar harp spelen een prominente rol in Untitled 3. Zo schetst ze de ontstaansgeschiedenis van de harp, daterend uit de prehistorie. Een jager hoort in het geluid van de gespannen boog die terugveert na het afschieten van een pijl de menselijke stem; hij besluit een tweede snaar in de boog te spannen en zo creëerde hij een muziekinstrument dat als naam kreeg ‘h-a-r-p’, bestaande uit onder meer hout, vilt, darm, lak, verf. Meijers eigen instrument staat glanzend-rood te fonkelen op het podium. Een prachtig begin.

Ze ontvangt de bezoekers terwijl ze op een kussen in yoga-houding zit, alsof ze mediteert. Ze wisselt haar harpspel af met vertellingen, songs, filmbeelden, projecties van kunstwerken zoals gezichten, waaiende wind door bamboestruiken, vallende bladeren, kleuren, qua sfeer vergelijkbaar met vloeistofprojecties van vroeger. De efemere afbeeldingen roepen een spirituele sfeer op. Daartoe dragen de voordracht en dictie van Meijer sterk bij: haar toneelaanwezigheid in deze onewomanshow heeft iets etherisch, mede door de soms breekbaar klinkende harpmuziek, en haar wat lichte stem.

Meijer heeft aan cabaretiers als Freek de Jonge en Brigitte Kaandorp tekstbijdragen gevraagd over de eeuw van nu en de tijd van toen (De Jonge), menselijke veerkracht, energie en energiestromen. De Jonge bijvoorbeeld zien we groot op het projectiescherm, een mooie tekst voorlezend over hoe alles toen anders was met de nadruk op een meermaals herhaald ’toen’. Kaandorps tekst gaat over veerkracht en optimisme. En van dichteres Anne Vegter is er de reflectie over hoe het ‘ondertussen in Nederland’ is.

Het lied Verdronken vlinder (1966) van Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh vormt de hoeksteen van de betrekkelijk korte voorstelling van nauwelijks vijf kwartier. Meijer opent en sluit ermee. Het was niet zozeer de tekst die haar destijds boeide, zo vertelt ze, maar eerder de melodie. Ze zingt enkele strofen over de verdronken vlinder met ‘je vleugels van papier’, naderhand speelt ze het lied zonder woorden op de harp. Ze brengt ook het nummer Permission to Dance van de Zuid-Koreaanse K-groep BTS, en met deze muziek komt haar Zuid-Koreaanse achtergrond in beeld.

Echt een spannende of dramatische confrontatie tussen oost en west, tussen Azië en Europa wordt het niet, dat is niet de inzet en daartoe is Meijers spirituele verhaallijn die vooral een zoektocht behelst niet geëigend. Wel een groot nadeel is dat je als toeschouwer niet of nauwelijks weet wie de beeldende kunstenaars zijn van wie de projecties worden getoond. Een groot aandeel heeft Mark van Praagh met beelden van trilvenen en glinsteringen in het water. Animator Iris van Hassel zorgt voor een geestige animatie, Bouncing Harps, waarop we de instrumenten zien dansen en bewegen. Weliswaar toont de projectie de credits achteraf, maar dat is niet goed te volgen, het is ook enorm veel, van Schubert, Purcell en Rachmaninoff tot Radiohead en BTS, van Jacob TV, Yiruma tot Philip Glass. Ook eigen composities brengt Meijer, onder meer het sfeervolle Atmosphere Rivers. 

Met zoveel bijdragen en medewerkers, met zoveel beeld en muziek, is het de vraag hoe je recht kunt doen aan de creatieve cast. Vertonen op beeld tijdens het spel is misschien geen optie, maar je merkt in de zaal wel dat toeschouwers willen weten wat ze zien of wie ze horen. Bij Verdronken vlinder bijvoorbeeld hoor je mensen luid fluisterend tegen elkaar zeggen: ‘Is dat Boudewijn de Groot?’ Maar misschien moet je juist je westerse, rationele drang om te willen weten loslaten en je overgeven aan wat je ziet en hoort: een poëtische, associatieve voorstelling begeleid door muziek in vele stijlen die je misschien geen wijsheid brengt, maar wel voor de korte duur van Untitled 3 in een contemplatieve sfeer brengt.

Foto: Joris Vens