De kinderen van Jean-Michelle Tortoise komen uit een ei. Tenminste, dat heeft hij hen verteld. Hij blinkt dan ook uit in het vertellen van verhalen, hij is een echte ‘tori-man’. Zijn verhalen zijn zelfs zo populair dat iedereen ze wil horen. Zijn kinderen halen hem daarom over ze op te schrijven en ze uit laten te uitgeven door zijn vriend Lennox. Maar Vos Boss heeft snode plannen om het manuscript in zijn handen te krijgen.

In een spannende roadtrip naar het stadje Lowrey krijgen de kinderen niet alleen te maken met Piep de Rat, maar ook met een krokodil op een motor, een blauw konijn, katten op struisvogels, de klauw van de tijgerkeizer én een reusachtige groene draak. Hoewel het hele stadje ervan is overtuigd dat die draak verantwoordelijk is voor de verdwijning van de burgemeestersdochter, is hij in werkelijkheid een draak op badslippers die in zijn grot vol boeken Ralph Ellisons Invisible Man leest. Met kreten als ‘meer of minder draken?’ en ‘ga terug naar jouw eigen fantasie’ raakt de voorstelling even aan de actualiteit, maar Tori is opzettelijk geen hiphopvoorstelling over racisme.

Tori is geïnspireerd door het met een Zilveren Penseel bekroonde kinderboek van beeldend kunstenaar Brian Elstak, die het baseerde op de verhalen die hij zelf aan zijn kinderen vertelde. Ze hebben daardoor iets spontaans, alsof ze ter plekke verzonnen zijn. Hoewel de verhalen zich afspelen op een tropisch eiland, lijkt de setting van de voorstelling stedelijk, compleet met een kleurrijke ramp en de hiphop van DJ Jasmine Perez. Een plek voor skaters is anno 2020 natuurlijk overal te vinden en hiphop is al lang niet meer iets van louter de grote stad. Net als gewone kinderen die over superkrachten beschikken, fantasie is overal!

Net als in het boek zijn het de illustraties van Elstak die de meeste aandacht opeisen. Hij samplet popart, lijntekeningen en aquareltechnieken en creëert zo een kleurrijke en geheel eigen stijl. Mooi is hoe die tekeningen in het video-ontwerp van Lennert Esser tot leven komen zonder hun rauwe kantjes te verliezen. Dit wordt behendig versterkt in de snelle regie van Marjorie Boston waarbij Leandro Ceder, Ivan Words, Ritzah Statia en Bryan Druiventak zo spontaan spelen dat het lijkt alsof ook zij vooral aan het improviseren zijn.

Aan het eind lijkt Ritzah Statia genoeg te hebben van het spelen van spelletjes en het keer op keer verzinnen van verhalen. Ze weten immers allemaal dat mensenkinderen niet uit een ei komen. Maar haar vader weigert antwoord te geven op haar vraag hoe het komt dat zijn kinderen niet op elkaar lijken en vlucht meteen in nieuwe verhalen. De voorstelling blijft daardoor een beetje aan de oppervlakte en heeft een hoog en toen en toen-gehalte, maar daar malen de kinderen in het publiek niet om. En al helemaal niet in de aanloop naar december waarin ouders van zesjarigen steeds gekkere sprongen moeten maken om kinderen te laten blijven geloven. Tori is zo vooral een kleurrijke viering van het spontane en de mengvorm, griot, Sjeherazade, Marvel ineen.

Deze voorstelling werd om de bekende reden meerdere malen uitgesteld en ook nog eens getroffen door een blessure van een van de spelers. Daarnaar wordt met een knipoog verwezen als het lege stadje wordt getoond, met aan de ene kant van de straat de vraag ‘waar is dat feestje?’ en aan de andere kant de hashtag ‘corona’. Maar Tori toont juist nu ook de veerkracht en het doorzettingsvermogen van het (jeugd)theater waarbij verbeelding sterker is dan praktische bezwaren.

Foto: Bowie Verschuuren