Daar zitten ze dan, met harde hand in de ring geworpen. De cavia’s Puk, Mel en Sas. Maar waar zijn ze eigenlijk? Wat doen al die mensen daar? Een dierenwinkel? Dat kan niet anders, en meteen ontstaat er een strijd. Wie is de leukste, stoerste en grappigste? Wie zal als eerste uitverkozen worden om in een echt huis te wonen, liefdevol geaaid en het beste vriendje te worden van een leuk jongetje of meisje?

Wat volgt is een caviasoap waarbij in moordend tempo vriendschappen gevormd en verbroken worden, de ene gemene streek op de andere volgt en de saamhorigheid al snel ver te zoeken is. Als het publiek dan ook nog eens in meerdere stemrondes met stemkastjes kan bepalen wie de leukste cavia is, gaan helemaal alle remmen los. Niets blijft onbenut om ‘de ideale cavia’ te zijn en fysiek geweld wordt niet geschuwd. Wat heet: er wordt met elkaar gegooid dat het een lieve lust is, de cavia’s zitten op elkaar en overschrijden alle grenzen van het schoolplein.

Daar heeft Cavia! veel van weg: de beste vriendinnen kiezen opeens voor een ander, maar keren al even gemakkelijk weer terug en beurtelings vinden ze elkaar dom, lelijk of juist allerliefst en BFF’s. Dit alles met jazzy klanken, heerlijke ‘blablabla’-koortjes en zelfs een heuse zangwedstrijd waarin elk genre voorbij komt. Van scat tot rap, van Céline Dion tot opera – al vinden de twee andere cavia’s dat ‘O mio babbino caro’ toch echt een brug te ver is. Het moet wel leuk blijven. Tirza de Boer, Leonie van der Wal en Brechtje Kat genieten zichtbaar en hoorbaar van hun rollen, en de muziek van Thijs Borsten stuitert vrolijk alle kanten op.

Ondertussen rijst meer en meer de vraag hoe eerlijk het stemmen van het publiek nou eigenlijk is. En zijn de cavia’s wel echt in een dierenwinkel? Tekstschrijver Sophie Kassies en regisseur Flora Verbrugge tonen zo niet alleen het schoolplein met alsmaar wisselende allianties, maar plaatsen ook een korrel zout bij tv-verkiezingen zoals Idols en The voice of. Wat is echt, wat is nep?

Het resulteert in een ontmaskering van de theaterillusie, die echter wat te belerend is. Elk kind zag al dat het spel is, dat ze maar doen alsof ze cavia’s zijn. Dat zo’n verkiezing misschien ook nep is, dat hoort daar dan bij. Daar is geen verdere uitleg bij nodig, laat dat de kinderen zelf maar uitdokteren. Dat doen ze op het schoolplein immers dagelijks.

Foto: Edwin Deen