Theatermakers Doris Vervuurt en Marthe Koning creëren in This appear een boeiend universum uit klank en taal. De kwetsbare werkelijkheid die zo ontstaat blijft tot het einde toe verrassen.

Aan het begin van This appear blijft het speelvlak enige tijd leeg, een onbeschreven blad, een vacuüm. Dan verschijnt via een deur achterin een jonge vrouw (Marthe Koning). Ze loopt rustig naar het midden van het speelvlak. Registreert dat de vloer kraakt. Haalt adem. Stoot een klank uit, half ademhaling, half zang. Probeert opnieuw.

Vanuit eenvoudige bouwstenen – mimiek, klanken, verder niets – bouwen Koning en regisseur Doris Vervuurt een wereld op. Het minutieuze stille spel van Koning doet in het begin al het werk – ze reageert met kleine vertrekkingen van haar mond op zichzelf en op haar omgeving, waardoor ze een verbintenis schept met het publiek. Ze poogt iets, maar je weet niet precies wat, haar plezier en lichte ergernis om haar eigen zoektocht werken aanstekelijk.

De focus op klank als betekenis doet denken aan Konings werk met haar zussen Joske en Annelie, met wie ze het collectief King Sisters vormt. Maar naarmate This appear vordert, wint de voorstelling aan eigenheid. In een zorgvuldig opgebouwde dramaturgie worden er steeds meer elementen geïntroduceerd: de stem van Koning krijgt in het geluidsontwerp een subtiele echo, waardoor ze niet meer alleen in deze wereld aanwezig is; even later kondigt ze in precieze details de komst van een man aan, die dan ook prompt verschijnt. Hij blijkt een percussionist (Thomas Jaspers), die met een drum, een bekken, een drumstok, een brush, een mengpaneel en nog wat kleinere accessoires bijdraagt aan het sonische universum van de voorstelling.

Het duet dat zo ontstaat tussen Koning en Jaspers vormt de sleutelscène van This appear. Als Koning een verhaal vertelt over desintegratie, haar lichaam dat verhardt, haar botten die tot gruis vergaan, wordt Jaspers’ percussie steeds wilder, een muur van geluid die alle leven en betekenis wegvaagt. Als Koning even later het klankdicht hervat dat al eerder in de voorstelling voorkwam, een ritmische aaneenschakeling van woorden en zinsdelen die met verschijnen, verdwijnen, bestaan, dood en leven te maken hebben, voelt dat als een verwerping van de vergetelheid, een revanche van alles dat bestaat. De instrumenten worden overstemd, het alles verovert weer ruimte op het grote niets.

Voor even dan. Want even later omschrijft Koning, op het moment dat het gebeurt, dat Jaspers zijn strijkstok weer opbergt, het publiek nog even aankijkt, en dan weer verdwijnt – en even later geldt hetzelfde voor haar. Het toneel is weer leeg. Subtiel galmt het bekken nog na, als herinnering aan wat er ooit was.

Foto: Moon Saris