Een ingewikkelde combinatie van een draaischijf en wipplank (‘teeterboard’), een overvloed aan roze laarzen en die goede oude diabolo; in de tweede editie van The Great Catch vertonen aanstormende circustalenten hun kunsten, in samenspel met deze voorwerpen. De circuscoalitie koos weer voor een aantrekkelijke mix van acrobatiek en humor. Dankzij het behendige verwachtingsmanagement van de komische Harvey Cobb als presentator en hekkensluiter blijf je je verbazen.

Cobb verontschuldigt zich voor zijn Engels. Na zes jaar in Nederland heeft hij de taal nog steeds niet onder de knie. Dat is snel vergeven, want hij maakt makkelijk contact, scoort lach na lach en praat de tijd tijdens het uitvoerige ombouwen tussen de drie acts gezellig weg. Hij benadrukt ook zelf een act te gaan doen, maar wie heeft er nou een pratende act in het circus? Het is leuk om een uurtje te kunnen gissen naar de talenten van de Engelsman met het grote shirt en de indrukwekkende krullenbos.

Luuk Brantjes mag aftrappen met L O N E – aan de rode ronde schijf en het zogenaamde teeterboard op het toneel voegt hij een zware poef toe, een kameraad in zijn veelzijdige speeltuin. Door een ombouw kun je niet zien dat de rode schijf blijkt te draaien; het voegt het nodige mysterie toe aan de beweging, die Brantjes gebruikt om zijn lichaam of poef-vriendje een eigen leven te laten leiden. Zijn mooie, sierlijke bewegingen scheppen vertrouwen, wat een behoefte oproept aan meer en groter risico en spektakel. Die behoefte wordt grotendeels bevredigd, maar hij laat je ook verlangend achter. De act is rijp voor uitbreiding met meer halsbrekende toeren op de draaischijf.

Het technische acrobatendrietal van Tête-bêche laat zich aanvullen door de vertrouwde diabolo. Ondersteund door ondeugende, vrolijke muziek spelen ze in hun stuk 3+1 met de diabolo als een vierde danser. Ze rollen onder elkaar door, springen over elkaar heen, en gooien elkaar door de ruimte. Vaak suist de diabolo door de lucht, soms is het de kleinste acrobate, die vliegt. Het gevaar van een vallende diabolo ligt altijd op de loer, maar zorgt niet voor veel adrenaline, waardoor de act – op een aantal spannende uitzonderingen na – een meer mijmerende kwaliteit krijgt.

Met een komisch-pretentieuze voice-over in een nauwelijks serieus te nemen Arnold Schwarzenegger-accent kondigt Cobb zijn eigen act aan: Pink Boots, waarvoor hij in 2022 de BNG Bank Circusprijs kreeg. Zoals meer goede clownsacts speelt hij met mislukking. Hij zaait verwarring over wat opzettelijk en onopzettelijk falen is: begint hij eerst opnieuw vanwege een mislukte bottle flip, stopt hij daarna weer omdat het tegen de verwachting in wél is gelukt. Om de verwarring extra kracht bij te zetten, schudt hij ineens perfecte jongleervaardigheden uit zijn mouw. Waar een goede acrobatiekperformance de illusie wekt dat het vanzelfsprekend goed gaat allemaal, brengt de toch-niet-mislukkende clown je terug in de realiteit.

Zo krijgt deze mooie kennismaking met aanstormend circustalent een opbeurende afsluiting. Van elk van de in energie verschillende performances blijven mooie plaatjes hangen: Brantjes, die speels wordt aangetikt door zijn poef, later hoog zwevend in de lucht; de vriendelijk glimlachende acrobaten van Tête-bêche, samen rollend en tuimelend, op elkaar in één grote toren en tot slot: de hysterische roze laarzendans van Cobb, zijn fenomenale haardos wapperend in achtervolging.

Foto: De Schaapjesfabriek