Achteraan de speelvloer staat een muurtje, ongeveer drie stoepranden hoog. Iets rechts daarvan zit een cellist op een krukje. Hij hanteert en bespeelt zijn instrument alsof het een gitaar is, tokkelend op de snaren. Een danser verschijnt, dan een hand, vanachter het muurtje. De hand steekt een rol toneeltape in de lucht, waarmee de danser aan de haal gaat.

Zo begint Streep Wiel Rol, een voorstelling voor kinderen vanaf anderhalf jaar oud, die zondag 14 april zijn première beleefde in het Bijlmer Parktheater, na een aantal try-outs tijdens het festival 2turvenhoog. Zoals zoveel peutervoorstellingen is ook Streep Wiel Rol een onderzoek van de ruimte waarin wij leven, begeleid door geluid, in dit geval live muziek op een klassiek instrument.

Maar de naam zegt het al: hier worden geen hutten of tenten gebouwd. De dansers – Rebecca Wijnruit en Melody Nolan – gebruiken twee hulpmiddelen uit de gereedschapskist van het theater zelf: toneeltape, en de zogenoemde ‘hondjes’, de platte karretjes op rubberen zwenkwielen waarmee decorstukken en speakerboxen worden verplaatst. Het is een mooie en originele vondst, die opkwam tijdens een traject in peuterspeelzalen en een Amsterdamse basisschool, waarmee 2turvenhoog ook deze makers in staat stelde hun ideeën op kinderen uit te proberen.

In de regie van Diede Daalman nemen de twee dansers en de cellist – Johannes Karst – behoorlijk de tijd om deze vondst als het ware uit te pakken voor hun publiek. Wijnruit gebruikt de rol tape eerst als object. Ze jongleert ermee, laat hem rollen over de speelvloer, ze kijkt er doorheen, laat Karst er ook doorheen kijken. De kinderen op de eerste rij kijken geboeid toe, maar voor het gevoel van deze recensent duurt deze fase wat lang.

Dan valt het muurtje uiteen in zijn bouwstenen – dat blijken de karretjes te zijn. Nolan komt tevoorschijn – het was haar hand die de rol aan het begin aanbood. De dansers gebruiken de tape nu om kriskras strepen te plakken over de speelvloer, en rollen plat op hun buik op de karretjes over het vers gecreëerde strepenpatroon. Tot vlakbij de kinderen, die meteen gaan meedoen.

Zij zijn niet meer te houden, beginnen ook strepen te plakken, of peuteren die juist weer los. De stoutmoedigsten onder hen storten zich ook op een karretje, om lekker over het toneel te rollen. Nu wordt ook duidelijk waarom de makers Streep Wiel Rol bedoelen als ‘een muzikale circus- en dansvoorstelling voor de allerkleinsten én grote mensen’. Eén moeder, die haar peuter lang weerhield om de speelvloer op te kruipen, durft haar kind nu ook te laten gaan, en gaat zelf mee de vloer op, zichtbaar enthousiast over deze ontlading.

Het resultaat is een vrolijk pandemonium. Karst doet af en toe mee, maar blijft hoofdzakelijk zijn cello bespelen. Zijn muziek blijft een ordenend, rust brengend element in de chaos, en slaat daardoor ook een brug naar het einde van Streep Wiel Rol. Samen met de dansers beginnen de kinderen de rommel weer op te ruimen. Zij zetten de karretjes in het gelid, trekken de strepen van de vloer, en frommelen de tape tot kleverige ballen, die zij trots naar hun ouders brengen.

Samen met hun ouders hebben zij twee dansers en een muzikant een spel met de ruimte zien opbouwen, om het vervolgens met overgave mee te spelen, en tenslotte gezamenlijk de chaos weer tot orde terug te brengen – zo elegant heb ik een peutervoorstelling niet eerder zien eindigen.