De double bill Souls Made Apparent van NDT 2, online te zien op 18,19 en 20 maart, bestaat uit 27’52” van Jiří Kylián uit 2002 en de wereldpremière van The Big Crying door Marco Goecke. Het programma ademt weerbaarheid en karakter ondanks de thema’s van vergankelijkheid waarvan de beide stukken doordrenkt zijn.

De ruimte wordt in 27’52” (de titel markeert de duur van het stuk) gekenmerkt door sterke horizontale lijnen. De banen van de witte balletvloer, de blikken van de dansers en de hoog uitgestrekte benen gaan van links naar rechts. Danseres Mikaela Kelly neemt haar positie in, frontaal richting publiek staand, en een half neergedaald wit doek snijdt ons zicht op haar scherp af, ter hoogte van de nek. Als het nog lager zakt, houden haar sterke armen het tegen.

Die recht gekaderde omgeving krijgt tegenwicht van de dansers. Ze verkennen en manipuleren de ruimte door hoeken van de vloer omhoog te tillen, de banen opzij te trekken of zich erin op te rollen. Intussen dansen ze kleurrijke solo’s en duetten. Op een soundtrack waarin flarden tekst eerst voorwaarts (‘An artist’s expression is his soul made apparent’), dan achterwaarts worden afgespeeld keren ze de impuls van sommige gebaren om, waardoor het lijkt of ze willen terugkeren in de tijd.

In het duet tussen Kelly en Charlie Skuy zien we waarom. Lange schaduwen vergroten hun sierlijk-sterke partnerwerk uit. Hun toch al lange ledematen krijgen zo extra lengte, en de hoog opgetilde vrouw met haar hoog opgetilde been brandt zich op je netvlies. Terug op de aarde tilt Emmitt Cawley, links op de vloer, de hoeken van twee vloerbanen omhoog. Kelly moet die donkere driehoek in. Ze probeert het bij herhaling uit te stellen, fier rechtop rent ze terug, maar het zwart duldt geen ontsnapping. Haar gang van rechts naar links eindigt ondergronds.

In The Big Crying, dat zijn wereldpremière beleeftligt de lijn van achteren naar voren. Op het achtertoneel staat een grote fakkel te vlammen, die het zwart eromheen nog dieper maakt. Er klinkt een geluid als van een grote drukkerij in vol bedrijf. Uit die diepte doemen telkens dansers op. Met de armen strak langs het lichaam en het bovenlichaam recht rennen ze op met snelle, korte stapjes. Die snelle, fel aangezette bewegingen zijn kenmerkend voor het werk van Goecke, die dit stuk maakte nadat zijn vader afgelopen jaar overleed.

Goeckes schokkerige, plots opvliegende gebaren en passen doen denken aan 8-milimeterfilmpjes, de home movies die, samen met de fotoboeken, bij een sterfgeval vaak tevoorschijn komen. Dat leven dat zo onherroepelijk is afgesloten moet nog even doorduren in het hoofd van de nabestaanden. Je kijkt en kijkt, om te zien hoe de geliefde ooit doodgewoon liep, zwom, een balletje trapte tijdens een zonnige zomervakantie.

Het dansmateriaal reflecteert elementen uit zo’n periode rond een overlijden. Daarbij schuwt de choreograaf het groteske niet: de dansers vertrekken hun gezichten tot grimas met wijd opengesperde monden en ze spannen hun gehoekte armen strak aan om de handen ten hemel heffen. Twee dansers beelden met de handen bij elkaars ogen de stroom van tranen uit. Alles zo staccato en gestript van franje als we eerder al zagen in Midnight Raga en Wir sagen uns dunkles. Alsof de choreograaf geen ruimte wil om te denken. Gewoon voelen. Gewoon doen.

Plots klinkt een krijsende stem. En vanuit de zwarte diepte krijgt die een echo. Langzaam bouwt zich een koor op van gekrijs. Het zijn de dansers, en het gaat door merg en been. Alle negentien dansers staan op de sombere vloer in zwarte outfits. Als je er werkelijk bij zit in de zaal zal het effect nog sterker zijn. Laten we hopen dat dat snel kan.

De stemmen vormen een extra dimensie: de jonge dansers breiden hun lichaamstaal uit door het inzetten van hun stem, in duet haast met de soundtrack waarin het expressieve stemgeluid van Tori Amos weelderig en ja, ook onuitstaanbaar, hijgt en gromt en gilt. Het is eigenlijk te veel en het stuk lijkt maar niet op te houden. Maar verdriet, daar moet je soms dwars doorheen om verder te kunnen. Dat tonen de jonge dansers in Goeckes nieuwe stuk met kracht.

Foto: The Big Crying van NDT 2, Rahi Rezvani