Sorry, But I Feel Slightly Disidentified is het openingswerk van SPRING in Autumn. De Franse choreograaf en performer Benjamin Kahn creëerde een solo voor performance-kunstenaar Cherish Menzo. Hoe is een identiteit opgebouwd? Kahn en Menzo tonen het. In verrassende montage van beweging, beeld en geluid leggen ze de vinger ook nog eens op de zere plek.

SPRING in Autumn is een programma bestaande uit bijna evenveel performances als installaties, vooral uit Nederland en België dit keer. Enkele voorstellingen moesten alsnog afvallen, maar al met al is het programma toch nog een stevig alternatief van het festival dit voorjaar, dat sneuvelde dankzij corona. Aangezien Stadsschouwburg Utrecht gesloten is, staat Sorry, But I Feel Slightly Disidentified geprogrammeerd in de bovenste zaal van het verder volledig verlaten Tivoli|Vredenburg.

Een figuur staat verstild aan de rand van het podium. Het gezicht is onzichtbaar en bedekt met een zwart nylon doek. Over het lichaam hangt een bonte reeks doeken, ze verwijzen naar uiteenlopende culturen. Aan sommige doeken hangen kleine, glinsterende spiegeltjes, onder de doeken zien we nog net een eigentijdse Adidas broek. De handen zijn gehuld in witte handschoenen. Over de gebogen onderarm ligt een doek, een verwijzing naar de ober of een bediende uit een koloniaal verleden. In de details van dit stilleven liggen al direct vele verhalen verscholen.

Intussen is het publiek een voor een geïnstalleerd rondom de langgerekte ruimte, die wordt gemarkeerd door een witte vloer. Op de ene kant van het lange eind staat een laag en donker podiumdeel, aan de andere kant een stoel met wat attributen eromheen. Een schrapend ritmisch geluid symboliseert activiteit en vult de ruimte. Wanneer het versnelt, komt het stilleven langzaam in beweging. Maar hoe aanstekelijk dit ritmische geluid ook is, uitbundig is die beweging nog niet. Kahn bouwt de spanning van zijn solo zorgvuldig op. Net wanneer je verwacht dat de figuur echt tot leven komt, breekt hij het beeld af. Een strategie die hij vaker hanteert in deze fragmentarische solo.

De immer intrigerende Cherish Menzo balt ritmisch en beheerst verschillende volksdanspassen samen, terwijl ze haar schaars geklede zwarte lichaam ronddraaiend exposeert. Een volgend moment kronkelt ze met hoody over de grond in een duistere dans vol suspence. Een compositie van Rachmaninov transformeert intussen tot een bombastisch ritmisch geruis. Zo maken beeld, beweging en geluid een begrip als ‘straatgeweld’ tastbaar en legt de voorstelling lijnen met recente beelden uit Amerika en de daaruit voortvloeiende Black Lives Matter-beweging. Uiteindelijk krijgt de zorgvuldig opgebouwde spanning zijn ontlading in een bizarre scène, die verwijst naar crump-performances en hardrock-concerten.

Menzo toont ons de beelden, klinisch haast, en neemt ons mee naar alle hoeken van haar lichaam. Zo leren we niet alleen elke spier in haar billen kennen, maar ook de krochten van haar keel. Een enkele keer verdwijnt de figuur, omdat het met zwarte stof bedekte lichaam van Menzo stilletjes opgaat in de donkere gordijnen op de achtergrond. Dat verstilde moment is misschien wel het meest beladen beeld in deze performance, die Kahn en Menzo – in nauwe samenwerking – al in 2018 creëerden. Feilloos en met een symbolisch excuus legt dit werk de pijnplekken rondom het gegeven identiteit bloot.

Foto: Bas de Brouwer