In Seek Bromance traceert Samira Elagoz zijn ontmoeting, artistieke samenwerking en romance met de transmasculiene videokunstenaar Cade Moga, met wie hij het begin van de coronacrisis doormaakte. De gesprekken over gender, performance, identiteit, seks en nature versus nurture brengen al je ideeën over mannelijkheid en vrouwelijkheid aan het wankelen.

In 2016 studeerde de Fins-Egyptische performancekunstenaar Samira Elagoz af aan de SNDO met de voorstelling Cock, Cock, Who’s There? Samen met het videowerk Craigslist All-stars vormde de performance een documentatie van Elagoz’ ontmoetingen met mannen die hij via een contactadvertentie op Craigslist ontmoette. Via de macht die de camera bood trachtte Elagoz (die toen nog als vrouw door het leven ging) zo opnieuw agency te krijgen in zijn beleving van seksualiteit en intimiteit, na verschillende traumatische seksuele ervaringen.

Het leverde een fascinerend onderzoek op naar seksuele rolpatronen en machtsverhoudingen. Door de kijkrichting met zijn camera om te draaien en op de mannen te richten, maakte Elagoz de man tot muze en ontsnapte zo zelf aan die rol. Door zichzelf in de ongescripte ontmoetingen wel steeds letterlijk op het spel te zetten, stond hij tegelijkertijd stil bij de hachelijkheid van de eigen positie. De weigering van Elagoz om zich na seksueel trauma als slachtoffer op te stellen leverde een felle discussie op, die onder andere in Etcetera en Theatermaker werd gevoerd.

De fascinatie met de man en met mannelijkheid die uit zijn eerdere werk bleek, wordt in Seek Bromance verder uitgewerkt. Naar aanleiding van een toevallige online ontmoeting kwam Elagoz in contact met de transmasculiene videokunstenaar Cade Moga (hen/hen), met wie hij het plan opvatte om samen een werk te maken. De eerste live ontmoeting in Los Angeles vond plaats aan het begin van de coronacrisis, waardoor Moga en Elagoz plotseling met elkaar in lockdown moesten. Gedurende hun samenzijn komt Elagoz erachter dat hij zich ook als transmasculien identificeert, en vraagt Moga om hem met testosteron te injecteren.

Het resulteert in een boeiend lockdownportret van twee mensen in transitie, die in korte tijd een vriendschappelijke, romantische en professionele relatie met elkaar opbouwen. Als kijker ben je uitgebreid getuige van zowel momenten van tederheid en solidariteit, als de harde botsingen die de twee hoofdrolspelers met elkaar uitvechten. Tussendoor doorbreekt Elagoz de gesprekken met de (sterk uiteenlopende) artistieke interventies die hij en Moga tijdens hun ‘residentie’ maakten.

Wat bijzonder interessant is aan de ontmoeting tussen Elagoz en Moga, is hoe ze elkaars genderrollen beïnvloeden. De romance die tussen de twee ontstaat, brengt in Moga behoorlijk wat toxische mannelijkheid naar boven: met verschillende staaltjes mansplaining probeert hen Elagoz de les te lezen over diens transitieproces en de manier waarop hij met zijn trauma, met seks en met vrouwelijkheid dient om te gaan, en raakt snel gefrustreerd op momenten dat Elagoz geen zin heeft in seks. Langzaam worden Moga’s eigen kwetsuren afgepeld: de manier waarop hen hun mannelijkheid vormgeeft lijkt deels een reactie te zijn op hun achtergrond als glamour model en porno-acteur, waarin hen steeds opnieuw tot vrouwelijk lustobject werd gereduceerd. Het extreem vrouwelijke uiterlijk en dito gender performance van Elagoz roepen wrevel bij Moga op, aangezien het iets vertegenwoordigt waarmee hen probeert af te rekenen.

Naarmate de voorstelling vordert lopen de invloed van culturele normen en die van de hormoonhuishouding op mannelijkheid en vrouwelijkheid steeds meer door elkaar. Elagoz ontdekt in zijn eigen transitieproces dat hij, naarmate hij meer testosteron in zijn lichaam krijgt, minder empathie heeft, geiler wordt en zich zowel mentaal als fysiek krachtiger voelt. Op hun beurt heeft Moga hun eigen testosteronbehandelingen aan het einde van de voorstelling juist weer teruggeschroefd, omdat hen de man die hen was geworden zelf ook als toxisch was gaan beschouwen.

Het wederzijdse inzicht dat zo ontstaat is niet alleen relevant voor trans of genderfluïde mensen, maar roept bij ondergetekende cis man ook op tot zelfonderzoek. We zien mannelijkheid en vrouwelijkheid in de huidige genderdiscussie vaak als puur culturele constructen, maar in hoeverre wordt mijn eigen ‘mannelijke’ gedrag – en de hele ervaring van ‘man zijn’ – eigenlijk door mijn hormonen in plaats van door mijn culturele programmering en mijn eigen vrije wilsbeschikking beïnvloed?

Seek Bromance stelt zo op onnadrukkelijke wijze al je ideeën over gender en identiteit op de proef. In een tijd van massale hysterie en desinformatie over trans mensen, deels aangevoerd door figuren die zich nota bene feministen durven te noemen, is het een verademing om door Elagoz en Moga op sleeptouw te worden genomen in hun kwetsbare, eerlijke en conflictrijke zoektocht naar identiteit.