Ruim honderd treden gaan we de hoogte in, achtentwintig meter, naar de uitkijkpost annex het wachthuis van de vuurtoren van Egmond aan Zee. Beeldend kunstenaar en componist Pé Okx, werkzaam in Alkmaar, heeft hier tijdens festival Karavaan zijn installatie Schijnbewegingen ingericht. Vlak voordat we de vuurtoren betreden, vraagt een medewerkster ons naar de verwachtingen die we koesteren van badplaats Egmond aan Zee. Zijn we er vaker geweest? Hoe kennen we Egmond? Een mevrouw antwoordt: „Zomer, zon, de zee; het is hier heerlijk.” Het lijkt een achteloze vraag, maar wie eenmaal de installatie heeft  gadegeslagen, begrijpt hem opeens.

De klim naar boven en dan… overweldigend uitzicht over zee, strand, duinen, de Egmonden? Nee. De ramen zijn met zwarte doeken geblindeerd en ervoor hangen beeldschermen. Weg uitzicht. In plaats daarvan zien we een gefilmd uitzicht. Eerst van eindeloos veel tractoren die her en der in Egmond geparkeerd staan, nogal zielige mechanische wezens, vaak met een blauw zeildoek overtrokken. Vervolgens zwerft de camera over het dorp, zien we de ritmiek van de rode daken. Niet alle schermen geven hetzelfde beeld. Mooi kunnen we Egmond niet noemen, integendeel. Verlaten stegen, bootjes op trailers, ook slapend onder een zeildoek, gammel en verveloos. Dan komt het voorjaar op gang en zien we dezelfde tractoren over het strand razen, een caravan of houten strandhuisje voorttrekkend. We volgen hardlopers langs het strand, een fietsrace. Mooi zijn de beelden van eenzame wandelaars die zich niets aantrekken van het sportieve geweld. De winter valt, sneeuw maakt de duinen wit. Ostentatieve klanken van toetsen begeleiden de filmbeelden.

De vraag is wat de voorstelling ons niet laat zien. De prachtige witte vuurtoren J.C.J. van Speijk is een van de oudste van ons land, opgericht in 1834. Wat een geschiedenis! In Egmond aan Zee opereert nog altijd de KNRM (Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij), en ook hiervoor geldt: wat een scheepshistorie. Van de werkzaamheden op een vuurtoren, van herinneringen van de lichtwachters en zoveel meer, zelfs van de functie en betekenis van een vuurtoren, krijgt de bezoekers niets te horen. Geen spannende zee-avonuren, schepen in nood, maritieme berichten. Zelfs een van de mooiste verschijnselen, de zwaaiende lichtbundels van een vuurtoren, komt in het geheel niet aan de orde. De vraag is welke bedoeling Pé Okx met zijn installatie heeft, En waartoe we de vuurtoren moeten beklimmen. De beelden hadden overal getoond kunnen worden, bijvoorbeeld ondergronds in het praalgraf van luitenant-ter-zee Van Speijk die zichzelf met schip en al de lucht in explodeerde, in 1831. In dramatisch opzicht zijn de beelden mooi gefilmd en ook de opeenvolging is boeiend: de seizoenen, de drukke werkzaamheden, het strandzand dat vermalen wordt onder de reusachtige tractorbanden. Eerder maakte Pé Okx het kunstproject over de Westfriese Omloopdijk, dat prachtige dijklichaam dat glooit door het vlakke landschap. Ook daarin schuilt een zekere tijdloosheid en aandacht voor het gewone, voor het alledaagse detail.

Met Schijnbewegingen is het lastiger gesteld. Hooggespannen verwachtingen die tot niets worden. Ja, hoe weinig groots de badplaats is, hoe beklemmend leeg die achterafstraatjes. Het is, goedbeschouwd, onvoorstelbaar hoe Okx van deze bijzondere locatie helemaal niets weet te maken. Van de zomerse verwachtingen is weinig over. Dát zou ook weleens de bedoeling kunnen zijn. De belofte is dat de voorstelling een ode is aan Egmond, gekleurd door het alziende oog van de vuurtorenwachter. Ik kan me niet voorstellen dat een vuurtorenwachter geen enkel oog heeft voor waar zijn bouwwerk voor staat: de zee en haar schepen.