In een uiterst zintuiglijke voorstelling baant een eigenzinnige oude vrouw zich een weg door haar herinneringen. Is het de Himalaya waar ze aan het wandelen is met haar rugzak en bergschoenen? Of is ze dolende tussen heden, verleden en toekomst in haar huiskamer? In elk geval eet ze er graag bruine boterhammen met leverworst bij, maar dan wel van Brandt & Levie.

De tekst van Over de bergen is gebaseerd op gesprekken van Annemarie Prins met een avontuurlijke buurvrouw. Zij maakte dik in de zeventig nog wandeltochten naar de toppen van de Himalaya maar kreeg daarna een herseninfarct waardoor zowel haar geheugen als haar taalvermogen behoorlijk werd aangetast. Geïntrigeerd door die bizarre verhalen maakte Prins, samen met regisseur Mart van Berckel en schrijver/dramaturg Sophie Kassies, een nieuwe theatertekst. De tekst is fragmentarisch, springt van de hak op de tak, maar is ook geestig, poëtisch en vol curieuze zinsconstructies en overgangen.

De 91-jarige Prins is de laatste jaren vooral bekend van tv-series als Oud Geld, Annie M.G. Schmidt en Het geheime dagboek van Hendrik Groen. Maar ze is ook een vernieuwend theatermaker met een enorme staat van dienst: ze was oprichter en artistiek leider van Nederlands eerste politieke theatergroep Theater Terzijde (1965-1969), en theatergroep De Salon (1985). Bijzonder dat zij samenwerkt met de 63 jaar jongere Mart van Berckel (28) die zijn sporen al heeft verdiend, onder meer bij NITE en bij De Nationale Opera met Ändere die Welt! (2023) en Supertramp (2023).

De voorstelling wordt gespeeld in de Palonizaal. Het publiek zit aan weerszijden van een zanderige vlakte, met hier en daar een rotsblok (vormgeving van Vera Selhorst). Aan de korte kant hangt een voile gordijn dat lijkt te wapperen in de wind, waarop het gezicht van Prins wordt geprojecteerd. Ze heeft haar ogen dicht, het is een kwetsbaar portret van een vermoeide, oude vrouw die op en neer lijkt te deinen in de golven. Na een tijdje opent ze voorzichtig haar ogen en langzaam begint ze te glimlachen. Het is wonderlijk mooi om te zien hoe haar gezicht ineens opengaat en ze begint te stralen om dan weer iets terug te deinzen, zo lijkt het, tot een bitterzoete glimlach.

Van de andere kant van de zandvlakte komt ze aanlopen, Annemarie Prins, in een dik, binnenstebuiten gekeerd vest over een soort onderjurk, bergschoenen, panty, dikke sokken. Op haar rug sjouwt ze een grote rugzak. Ze scharrelt een beetje rond, laat de rugzak van haar schouders glijden, kijkt eens bedenkelijk naar de tribune, mompelt: ‘Poe, wat een vreselijk gezelschap!’, pakt een verfrommeld script uit de rugzak en gooit dat op een van de drie rotsen neer. Ze rommelt met meer spullen uit haar rugzak, af en aan babbelend, bijna tegen zichzelf: ‘Ik heb drie bruine boterhammen gegeten met leverworst, van Brandt & Levie.’ Dat laatste plaatst haar meteen in een hedendaagse context en in een grotestadscultuur en het is ook heel geestig.

Het is mooi om te zien hoe ze telkens transformeert van een gewone oude vrouw die rondscharrelt in haar kleine universum, waarin de dagen zijn gevuld met ‘even rusten’ en ‘even lekker pudding met bessensaus’, tot een krachtige persoonlijkheid met een ijzeren wil, eigenzinnig en onbevreesd. Al pratend baant ze zich op de tast een weg tussen rotsblokken, beelden, woorden en herinneringen. ‘Ik ben niet bang’, herhaalt ze zingzeggend. Ze schakelt moeiteloos en toont zich tussendoor ook bewust van het publiek: ‘Even geduld hè’, zegt ze dan.

Door de soundscape (geluidsontwerp Mauro Casarini) en de fraaie belichting is het een sfeervol geheel geworden waarin de monoloog van Prins tot haar recht komt.  De voorstelling gaat over een oude vrouw zoals er zoveel zijn, rondscharrelend in hun huisjes zolang het nog gaat, over deze unieke buurvrouw in het bijzonder, over Annemarie Prins als individu én als theatermaker met haar heerlijk brutale eigenzinnigheid, en uiteindelijk over ons allemaal: ‘Het is een afbrokkelend geheel waarin we ons bevinden. We brokkelen net zo hard mee.’ Over de bergen is behalve een liefdevol en aandoenlijk portret ook een schets van ‘la condition humaine’.

Foto: Sanne Peper