Elk jaar zien we naast een paar nieuwe namen – zoals dit keer Micha Wertheim en een groep vrouwen onder leiding van Yora Rienstra – de usual suspects aan het front van de oudejaarsconference. In dat rijtje met onder anderen Dolf Jansen en Sjaak Bral hoort ook stand-upcomedian Wilko Terwijn, ook al is dat geen man met een grote achterban.

Wilko Terwijn draait al bijna dertig jaar mee in het stand-upcircuit en leverde onder meer grappen aan de Comedy Central Roasts, het Correspondents Dinner, Geubels en de Hollanders en Wie weet mag het zeggen, de oudejaarsconference van Najib Amhali uit 2021. Op eigen kracht maakt hij al sinds 2003 regelmatig een stand-upjaarsluiting. De voorstelling van dit jaar is vooral in comedyclubs te zien zoals het Comedy Huis in Utrecht en Club Haug in Rotterdam.

Omdat Terwijn nog even geen zin heeft in alle ellende van het afgelopen jaar, begint hij zijn oudejaars met een paar persoonlijke herinneringen. Daarvan is zijn verslag van een optreden op het ruige Zwarte Cross festival, waar een deel van de ‘130.000 straalbezopen boeren vanuit de hoge zweefmolen een douche van urine laat neerdalen en waar kots wordt gefrituurd’, onsmakelijk geestig. Ook zijn vervolg over ‘de skinny hipsters’ op festival Rollende Keukens in het Amsterdamse Westerpark is grappig door zijn beschrijving van de bezoekers.

Maar als Terwijn aan de actualiteit begint, krijgt hij het zaaltje nog maar matig aan het lachen. Een instemmende grijns kan er zeker nog wel vanaf als hij een link legt tussen het gebruik van ChatGPT door scholieren en het schrikbarende leesniveau van jongeren. Ook benoemt hij niet ten onrechte de onmacht van cabaretiers om politieke machthebbers werkelijk in het nauw te krijgen, want na negentien jaar grappen maken over Wilders is hij alleen maar groter geworden. ‘Het is allemaal de schuld van Dolf Jansen.’

Zijn commentaar op de miljardairs in hun gammele onderzeebootje op weg naar de restanten van de Titanic is zalig venijnig, en hij komt met een rake opmerking over Omtzigt. Maar verder ontbreekt het bij Terwijn dit keer aan sterke punchlines of zijn de grappen te makkelijk of te flauw. Ondanks het feit dat zijn gezicht professioneel constant in de lachstand blijft staan, lijkt Terwijn zelf ook in te zien dat zijn materiaal te zwak is voor een conference van anderhalf uur, en komt hij tot realistische opmerkingen als ‘ok, deze grap gooi ik er ook maar uit’ en interpreteert hij de stilte in de zaal perfect: ‘jullie zijn een eerlijk publiek.’