Met Onegin brengt Het Nationale Ballet een ballet van choreograaf John Cranko terug. De vroeg overleden choreograaf gold als een inspiratiebron en bood een broedplaats aan jong choreografietalent bij het Stuttgarter Ballet. Onder anderen Jiri Kylian maakte er zijn eerste werken in de jaren zeventig.

Onegin ging in 1965 in première bij Cranko’s eigen gezelschap. Twee jaar later maakte hij een nieuwe versie. Door Het Nationale Ballet werd deze voor het eerst gedanst in 2002. Het ballet van drie aktes is gebaseerd op de gelijknamige verzenbundel van de Russische schrijver Alexander Poesjkin en gezet op een arrangement van muziek van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski door Kurt Heinz Stolze.

De handeling is op de voet te volgen. In de eerste scene is de sfeer in de tuin speels met dartelende meisjes en jongens. In hun groepsdansen zijn elementen van volksdansen verweven. Totdat Jevgeni Onegin (Jozef Varga) op het toneel verschijnt, is Tatiana (Anna Tsygankova) meer in haar boek verzonken dan in de realiteit. Misschien is dat de reden voor haar snelle bevlogenheid voor Onegin, want vanaf het begin is de vraag wat haar tot deze verliefdheid brengt. Onegin zelf geeft er weinig aanleiding toe. Dat hij haar het hoofd meteen flink op hol heeft gebracht is ook in de tweede scene te zien waarin haar verliefdheid tot een opgewonden droom leidt en ze hem een liefdesverklaring schrijft.

We zien Onegin als een arrogante en pedante man die pas tot actie overgaat om zijn verveling te verdrijven. Hij schudt de boel op door zijn aandacht op Olga (Qian Liu) te richten, de zus van Tatiana. Het leidt tot een wanhopige verloofde Lenski (Remi Wörtmeyer) en tot een duel dat laatstgenoemde met de dood bekoopt.

Als Tatiana jaren later getrouwd is met Gremin (Sébastien Galtier), bezoekt Onegin een bal waar hij het stel treft. Tot dan toe hebben de vele vrouwen die hem omringen en zijn aandacht proberen te trekken, hem koud gelaten. Nog steeds is zijn blik ergens in de verte gericht. Nu valt hij alsnog voor Tatiana en zijn de rollen opgedraaid. Maar goed komt het niet meer.

Onegin wordt op de première van Het Nationale Ballet virtuoos uitgevoerd. De danstaal van John Cranko is geworteld in de academische dans maar hij treedt buiten de gebaande paden. Hij bracht herhalingen, complexe variaties in het lijnenspel van de pas-de-deux en heldere patronen in de groepsstukken. Eenmaal geland in het negentiende eeuws Rusland – het decor en de kostuums situeren het ballet daar – is de eerste akte sterk. De lyrische stijl werkt goed in de soberder delen, vooral Tsygankova danst prachtig naturel. Jammer is het daarom dat vanaf de tweede akte anekdotiek en melodrama de boventoon voeren.

Dat de verhaallijn toch vragen oproept, valt op. Wat er allemaal gebeurt is overduidelijk, maar om het waarom te begrijpen zijn de sprongen soms te groot. Daarbij is het vrijwel ondenkbaar dat Onegin niet voor Tatiana valt, althans in deze uitvoering van Anna Tsygankova. Dat maakt het ballet – dat in de tijd en enscenering als ver van ons afstaat – niet op ieder moment geloofwaardig.

Foto: Marco Haegeman