De voorstelling Nureyev is gebaseerd op het indrukwekkende leven van danser en choreograaf Rudolf Nureyev, die de Sovjet-Unie ontvluchtte, een succesvolle internationale carrière genoot, en uiteindelijk aan AIDS stierf. Jan Kooijman vertolkt de hoofdrol, bijgestaan door dansers Kiran Gezels en Nehanda Péguillan.

Jan Kooijmans Nureyev beweegt zich door verschillende leeftijden heen en toont zowel een jonge, feestenede Nureyev die de westerse vrijheden op fysiek intieme wijze omarmt, als ook een terminaal zieke Nureyev die moeite heeft het podium te verlaten. Kooijman is hiermee zowel hoofdpersonage als verteller, die aan de hand van anekdotes tijdens een repetitie met dansers Gezels en Péguillan terugblikt op zijn leven. De keuze voor deze vertelstijl maakt dat het geheel regelmatig te veel als een opsomming overkomt, waarbij Kooijman de regie in handen houdt, maar niet echt versmelt met zijn personage.

Het vraagt veel van een speler om de tekst van een voorstelling alleen voor zijn rekening te nemen, zich als jonge hond en stervende man voor te doen, en zich daarbij ook nog af toe van wat woorden Russisch en Frans te bedienen (met weliswaar een paar kleine taalfouten). De tekst van Allard Blom zit hem ook niet echt mee: dingen worden vaak te expliciet of letterlijk benoemd (‘ik heb het ja. AIDS’), waardoor de suggestie of het poëtische geen enkele ruimte krijgt.

De dans biedt afleiding van de soms oppervlakkige vertelling en levert leuke beelden op. Een technisch klassieke pas de deux verandert in een losse en aardse moderne choreografie, waarbij Péguillan zich van haar spitzen ontdoet. De dansers zetten ook hun speltalent in en gebruiken barre en divan om biografische scènes bij de douane en in het Deense nachtleven op effectieve wijze te verbeelden.

Hoewel het leven van Rudolf Nureyev een onuitputtelijke bron van inspiratie biedt, heeft de voorstelling te weinig om het lijf om te blijven boeien. Na het grote succes van films zoals Black Swan is een plotlijn over de verhouding tussen choreograaf en zijn dansers niet te ver gezocht, maar helaas blijft de uitwerking te veel in het opsommen van anekdotes hangen.

Foto: Annemieke van der Togt