Sam Scheuermann is laatstejaars student aan de Toneelacademie in Maastricht. Haar afstudeervoorstelling Nomaden is een geestige installatieperformance die op consequente wijze de hypermobiliteit van de hedendaagse mens onderzoekt.

In het midden van de grote hallen achter de Verkadefafriek staat een glazen huis. Het lijkt verdacht veel op de wachtruimte van een treinstation. Op de bank van dat glazen huis bevinden zich zeven jonge mensen. Welk lichaamsdeel bij wie hoort is even zoeken voor de toeschouwers, die zich rondom het glazen huis in de immense ruimte hebben verzameld. De jonge lijven zijn volledig met elkaar verstrengeld. Tussen twee lichamen steken twee schoenen uit. Een enkeling zit rechtop op de bank, anderen liggen horizontaal tussen andere lichamen in geweven.

Het werk van de jonge regisseuse heeft een sterke museale kwaliteit. Ook als de soundscape na lange tijd volledig is verstild en we het klapperen van het golfplaten dak horen, houdt Scheuermann haar beginbeeld aan. Je vraagt je af of de kluwen ooit nog in beweging komt. Uiteindelijk gebeurt dat dan toch. Maar als de groep ‘studenten’ naast de bank uit elkaar is gevallen, zoeken ze elkaar even later toch weer op en herhaalt het beginbeeld zich weer. Blijkbaar hebben ze die houvast ook nodig.

Scheuermann neemt de tijd en schept een observatiessfeer. Vol aandacht bestuderen we de merkwaardige apenkolonie. We krijgen oog voor elk detail en zien hoe handen beginnen te verkrampen. Zelf doorstaan we ook een lange cyclus, die bijval krijgt door het werkelijk vallen van de nacht. Het deurtje gaat ten slotte open. De kolonie verspreidt zich onopvallend tussen de mensenmenigte maar keert als het in de loods daadwerkelijk donker is geworden weer terug op de stek. Behendig speelt Scheuermann ook met het licht in het glazen huis.

Het is zoeken naar de daadwerkelijke activiteit van de groep. Scheuermann wisselt de mimische oefening af met een reeks reële handelingen. Zo kunnen we meekijken op de computer van een van de studenten. Hongerig naar communicatie doen we dat, gretig drommen we ons dichter om het huis. Dat maakt ons gedrag minstens even boeiend als dat van de groep. Scheuermann speelt bewust met die twee gegevens, terwijl ze een fijne en geestige analyse geeft van de moderne hypermobiele mens, die toch altijd weer een thuisbasis zoekt. Al is dat het lichaam van de ander.

Foto:William van der Voort