Wie in As you like it van regisseur Theu Boermans de stad ontvlucht, komt niet aan in een pastorale idylle. Integendeel. Het landschap op het platteland lijkt dat van Mars, met als toegift enorme sneeuwstormen. Toch houden zich er mensen op. Het zijn ballingen, idealisten en verstotelingen van het hof ‘waar vernietiging van mens en milieu’ plaatsvindt.

Hoe het aan het hof in zijn werk gaat, zien we aan het begin van de voorstelling. Het is een wereld van mannen in snelle pakken en brute macht. Rechtmatig erfdeel wordt er miskend, wantrouwen is genoeg om iemand het bos in te sturen en diens bezit te confisqueren. Intimidatie gebeurt door iemand vakkundig een loopkruk in zijn kont te duwen. Voor oprechtheid, trouw, vriendschap en de grote liefde is hier geen plaats.

Maar hoewel het in het bos buiten de stad steeds drukker wordt, is het ook hier geen pretje. De arcadische pastorale die Shakespeare voor had, met zijn eenvoudige, maar eerlijke herdersleven is hier hard en koud. De over elkaar gedragen overjassen zijn weinig modieus. Het dieet is een rauwe wortel. De weinige warmte komt van een paardendeken. Maar de bewoners lijkt het spartaanse leven niet te deren.

Als hij vraagtekens zet bij de verkiesbaarheid van deze maatschappelijke tegenbeweging is Theu Boermans op zijn best. René van Zinnicq Bergman speelt de machthebber van de stad als een rücksichtslose potentaat, én hij speelt de leider van de counter culture als een weinig doortastende weifelaar die in staat is zijn positie weg te democratiseren. De groep wordt gepresenteerd als een groep idealistische idioten, zweverige zeveraars en kleffe community singers, al zingen ze nog zo mooi en a capella een winterliedje van Schubert (Der Lindenbaum). Als er dan een stuk wild in hun schoot geworpen wordt, is er wel iemand die uit medelijden met het hertje een substantiële maaltijd voorkomt. Hun enige welbehagen is een gezamenlijk blowen, waarbij de wiet uit een tot hennepplantage omgebouwde schaapskooi komt. De hasjgeur reikt ver de zaal in.

En de romantische liefde dan? Daar wil het ook al niet mee vlotten. Een van de redenen is dat de frêle Rosalinde zich verkleedt als jongeman ‘Arnold’ om verkrachters te misleiden. Hannah Hoekstra speelt deze Arnold overtuigend en met zoveel branie dat je bijna gaat geloven dat al die gassies in sports wear in essentie lieve meisjes zijn. De lieve loser Orlando, een rol van Reinout Scholten van Asschat, werd in de stad al verliefd op Rosalinde (en zij op hem), en zijn hernieuwde ontmoeting op het platteland met Rosalinde in haar rol van Arnold garandeert nog lange tijd komische verwikkelingen.

Hij staat daarin niet alleen, want wel vier paartjes draaien om elkaar en anderen heen. Zo is daar de hofnar Touchstone. Hij wordt door actrice Antoinette Jelgersma gespeeld als een mengeling van een hypocriete zedenpreker en een psychiater, inclusief sigaar en Duits accent. Hij trouwt uiteindelijk met het plattelandsmeisje Ati, al is niet duidelijk waarom. De hartsvriendin van Rosalinde, Celia, een rol van Cheryl Moenen, wordt op staande voet verliefd op de broer van Orlando, Olivier. Ook Olivier, een rol van Arent Jan Linde, wordt op haar verliefd op het eerste gezicht. De kwinkslagen, woordspelingen en filosofische grapjes zijn met wat inspanning goed te volgen, maar niet meer dan amusant. De gebeurtenissen worden met een vaart van een stoelendans en niet onverdienstelijk gespeeld tot het stuk uiteindelijk uitkomt bij de ‘four marriages’ waarbij de spreekwoordelijke ‘funeral’ lijkt te gaan naar de tachtigjarige trouwe bediende van Orlando, gespeeld door Hubert Fermin.

Gelukkig voor hen speelt het laatste deel zich af onder de warme lampen van de hennepplantage en zijn de sneeuwstormen buiten de deur gehouden.

Foto: Kurt van der Elst