In Life, actually komen Romy Moons en Thomas Claessens via een gesprek over de pros en cons van romantische komedies zelf in een romance terecht. De metavorm is slim en geestig, én laat ruimte aan het genre om gewoon lekker zijn manipulatieve werk te doen.

‘Door wel twintig deuren’ is de jonge vrouw heengelopen om bij ons op het podium te verschijnen. Ze is namelijk weggevlucht van een borrel na een theaterpremière, een romantische komedie (ugh) met natúúrlijk een happy end (bleurgh) en als zogenaamd grote vondst een omkering van de gebruikelijke genderrollen (gaaaaaap). Ze moet er maar niets van hebben, van dat hele genre. Maar ze weet er stiekem wel veel vanaf.

Dan komt er ook een man het podium op – en hij heeft wel enorm genoten van de voorstelling. Alle kritiekpunten die de vrouw even daarvoor oplepelde, somt hij nu als lovenswaardige artistieke keuzes op. Ah. Tegenpolen. Dat zal wel op zoenen uitdraaien.

In Life, actually onderzoeken theatermakers en spelers Romy Moons en Thomas Claessens de ijzeren wetten van de romcom. Gedurende het gesprek tussen hun personages, dat steevast over de kaders van het genre gaat of over de werking van de liefde zelf, worden ze zowel door het lichtgebruik als door hun onderlinge dynamiek steeds meer in elkaars armen gedreven. Althans, tot het moment dat ze het punt in het verhaal bereiken dat er even een enorme ruzie moet zijn – en ook die logica wordt trouw gevolgd.

Het interessante aan de voorstelling is dat de personages zo in een gesprek van een uur tijd de hele boog van een romcom moeten doormaken (en zelfs nog een scène waarin de relatie al jaren heeft voortgeduurd, iets waar de meeste romcoms niet aan toe komen). Dat dat nergens geforceerd voelt, is te danken aan het vlotte, charmante spel van Moons en Claessens en de slimme tekst, die altijd als een realistische (doch prettig surrealistische) meet-cute aanvoelt tussen twee mensen met een gebruiksaanwijzing. Door de tekst geloofwaardig te houden roepen de makers de vraag op of er eigenlijk veel verschil zit tussen de fictie van romcoms en de realiteit van verliefd worden – en of dat dan een gevalletje art imitates life of life imitates art is.

En ondanks de terechte kritiek die het personage van Moons op het genre heeft, onderstreept Life, actually ook vooral de schoonheid van filmische romantiek. Gedurende de voorstelling ga je van de personages houden, en hoop je daadwerkelijk dat ze elkaar vinden. Als in de slotscène de will they or won’t they-vraag op de romantische klanken van Keane’s Somewhere only we know volledig op de spits wordt gedreven ben je helemaal mee.

Foto: Bas de Brouwer