Pink Floyd en Jefferson Airplane moeten Alexander Skrjabin (1872-1915) dankbaar zijn. Hij is de bedenker van lichtshows in muziek. Voor zijn orkestwerk ‘Prométhée’ uit 1910 schrijft hij een elektronisch kleurenorgel voor, waarvan de toetsen theaterlampen van verschillende kleuren aansturen, met effecten die met de toenmalige stand van de techniek indrukwekkend moeten zijn geweest. Alleen al daarom is het interessant om bij een van zijn werken uit dezelfde tijd aan een uitvoering met licht te denken.

Lantaarns is een beeldschone muziektheatervoorstelling met onder meer de achtste pianosonate van Alexander Skrjabin en even avantgardistische stukken van Claude Debussy en Charles Ives, allemaal geschreven tussen 1912 en 1915, plus een nieuwe compositie uit 2023, het titelstuk, geschreven door een van de allerinteressantste Nederlandse componisten van nu, Rick van Veldhuizen.

De pianist is Shane van Neerden, uitgenodigd door Dutch Classical Talent. Het programma is ontwikkeld in samenwerking met Rick van Veldhuizen, videokunstenaar Frouke ten Velden en theaterregisseur Jos van Kan.

We zien een donkergrijs-blauw belicht podium. Rechts staat een vleugel, links een piano. Achter staat een videoscherm met een zacht eveneens grijsblauw beeld. Ook de pianist komt op in grijsblauw pak. In het halfdonker gaat hij zitten en zet zich aan drie etudes van Debussy. De eerste bestaat uit ijle, maar ijzingwekkend snelle pianissimo-noten, als kosmische signalen. Op het scherm zien we geleidelijk aan vormen ontstaan. Aan het eind van de eerste etude kijkt de pianist naar het scherm. De volgende piano-oefening is al even duizelingwekkend, nu opklimmend van pianissimo naar forte. Intussen verschijnen er steeds concretere beelden, planeetvormen, sterrenclusters, projecties van handen, ogen en snaren, en tekstflarden.

Na de derde etude staat de pianist op en loopt plechtig naar de zijkant van het podium om water te drinken. Hierop speelt hij Skrjabins achtste sonate, die koortsige klankerupties afwisselt met serene bijna abstracte notenpatronen. De componist zelf noemde het de verklanking van de meest tragische periode uit zijn leven. De videobeelden gaan nu kolken, maar de koele grijsblauw-tinten blijven; interessant in contrast met Skrjabins eigen kleurenorgel.

De pianist heeft een bril op, hoewel hij alles uit het hoofd speelt. Het laat je even nadenken over het verschil tussen acteren, wat in principe identificeren is, en musiceren, wat in principe mediëren is. In contrast daarmee worden de teksten op het videoscherm steeds emotioneler. Deze zijn van de hand van Rick van Veldhuizen. In zijn eerdere stukken ‘mais le corps taché d’ombres’ voor het Concertgebouw naar Jean Genet en in zijn ‘unde imber et ignes’ op eigen teksten verkende hij in muziek de grensgebieden tussen seksualiteit en intellect.

In Lantaarns moet ik in verband hiermee denken aan de paradox die Godard zo aangrijpend verbeeldde in zijn Prénom Carmen tussen het extravert-hedonistische leven van het acteur-bankrovers-koppel en vier musici die etherisch een van de meest introverte, maar emotioneel gelaagde late strijkkwartetten van Beethoven instuderen.

Het in Lantaarns gebruikte gedicht heeft ook deze ambiguïteit.

At both extremes of the pendulum
My shade yields your light
My wrong denotes your right
As we light up and strike
We appear as negatives
That in the best light
Become chimaeric

Dit kan iets kosmisch zijn, maar ook een vluchtige fysieke ontmoeting, en beide. Intussen kijkt pianist Shane van Neerden al spelend steeds vaker het publiek aan, iets wat in een regulier pianorecital niet gebeurt.

Rick van Veldhuizens compositie bestaat uit twee delen. Eerst een korter stuk op de vleugel, waarbij de pianist tijdens het aanslaan van sommige toetsen met de ene hand dezelfde snaren aanraakt met de andere hand, wat bijzondere klankkleuren genereert.

Vervolgens loopt hij naar de piano links op het podium om het andere deel te spelen. Die piano is gestemd in een afwijkende, zogeheten reine stemming. Die kan je als ‘vals’ ervaren, met dien verstande dat eigenlijk onze gebruikelijk ‘gelijkzwevende’ stemming vals is, een compromis, waaraan ons gehoor gewend is geraakt; de afwijking is de norm, de norm is de afwijking.

Vervolgens doen de makers nog een schepje bovenop de vervreemding, door Shane van Neerden, als een ware Tom Waits of Randy Newman, het gedicht te laten zingen, van achter de piano half naar de zaal gedraaid. De lichtstanden veranderen ook subtiel, waardoor er een prachtige luciditeit ontstaat. Alsof het zo bedoeld was, ging in de zaal een telefoon af, en bijna alsof het zo gerepeteerd was keek de pianist al zingend met een glimlach de zaal in, beng, hier valt de concert-vierde wand nog eens in duigen.

Heel anders wordt de ‘concertdramaturgie’ in het laatste deel van het concert. Na het stuk op de ‘valse piano’ loopt de pianist terug naar de vleugel, om, nu weer geheel in zichzelf gekeerd, twee delen uit Charles Ives’ ook weer razend moeilijke ‘Concord’-sonate te spelen. Het tweede deel, ‘The Alcotts’, is vernoemd naar de filosoof Bronson Alcott en zijn dochter Louisa May, bekend van Little Women, onder meer verfilmd door Greta Gerwig (inmiddels bekend van Barbie). Ook al weten we dat deze muziek het uiterste vergt van de pianist, alles wat we nu horen en zien op het toneel lijkt van een moeiteloze lichtheid.

Foto: Frouke ten Velden