‘Is al dat gezoek naar identiteit ongenoegen?’, vraagt Nynke Heeg zich hardop af op een enorm rijstbed dat twee poten mist. In Senang van TG Goed Gezelschap gaat Heeg met Klemens Patijn op zoek naar wat het betekent om derde generatie Indische Nederlander te zijn. Een generatie die trauma in haar DNA heeft zitten en zich lijkt te kenmerken door te onderzoeken, vragen, confronteren en praten, maar ook door als vanouds te zwijgen.

Heeg en Patijn zijn zowel elkaars tegenpolen als gelijken. Wat Heeg in uiterlijk aan Indische kenmerken heeft (en bij Patijn ontbreekt), compenseert hij met een liefde voor de Indisch Nederlandse cultuur en het doorgeven daarvan. Wat hun bindt, is het verhaal van Indische ouders en grootouders die in de jaren vijftig vluchtten naar Nederland, waar het welkom nog kouder was dan het klimaat.

Samen tasten ze voorzichtig elkaars overeenkomsten en verschillen af, door op elkaars woorden door te associëren, elkaars verhalen te delen en door moeilijke vragen te stellen. Hun ideeën botsen regelmatig. Heeg vertelt bijvoorbeeld te willen zwijgen om door te kunnen, Patijn vindt dat je de verhalen juist aan je kinderen moet vertellen.

Toch gaan ze nergens echt de discussie met elkaar aan, wat de in potentie spannende scènes redelijk mat houdt. Deze tekstvolle scènes wisselen elkaar ook in een rap tempo en regelmatig schokkend af. Hoewel de noodzaak van de discussie in het hier en nu hoog is, zijn het toch de verhalen van vroeger die dramatisch het spannendst zijn en emotie oproepen.

Ondanks hun verschillende ideeën, vinden Heeg en Patijn elkaar telkens weer in de muziek. Een mix van Indorock, Kendangdrums en klassieke pianoklanken, die de pijn verzachten en emoties in muzikale banen afvoeren of behouden. Een welkome afwisseling die in haar diversiteit de kracht van het dubbele bloed laat zien.

Senang is een voorzichtige poging tot het uitpluizen van wat je als dubbelbloed meeneemt uit twee culturen en hoe je hiermee omgaat. Gevoed door de Indische geschiedenis, familiegeschiedenis, dat wat je weet en wat je niet wilt weten.

Foto: Ben van Duin