Buiten het zaaltje komen Sien Vanmaele en Tim Van der Linden het door het publiek meegebrachte oud ‘verloren’ brood ophalen. Daarna mogen we binnen, we ‘scrubben’ onze handen met koffiedrab, wassen ze, nemen plaats aan weerszijden van de houten loopplanken in het middenpad, en zien Van der Linden met een pizzaschep in de lucht en Vanmaele als een priesteres met een broodzak als mijter op het hoofd over de planken schrijden: twee stappen voorwaarts, één stap achterwaarts, als in een verkleinde Echternachprocessie. De ‘misviering’ kan beginnen.

De sfeer is gezet: de toeschouwers, de gelovigen, zullen gesterkt worden in hun overtuiging dat de wereld van de klimaatcrisis gered moet worden, en ze hopen die boodschap in deze feestelijke viering concreet te beleven met een hapje en een drankje

Landmaal is het tweede deel van de trilogie rondom ‘koken ter voorbereiding op het einde van de wereld’. Of: hoe kunnen wij als individu zinvol omgaan met voedsel om het sterfproces van de opbrandende aarde te stoppen? Zeemaal was er eerst en wordt nog steeds gespeeld, Luchtmaal zal in 2025 volgen. Dat gebeurt allemaal onder de vleugels van Laika, het theater der zinnen: het gezelschap dat al vele malen theater en culinaire kunsten verrukkelijk heeft verweven.

In het eerste deel van het drieluik, Zeemaal, kregen we in een theatrale setting het verhaal voorgeschoteld (sorry) van een personage dat vol levenslust was, maar dan bedolven wordt onder klimaatangst. De protagonist kan haar angsten kanaliseren en verzachten door heel concreet met voeding bezig te zijn, met name met zeewieren en algen. Ze vindt allerlei nieuwe voedselproducten, en raakt geëxalteerd. De persoon beseft dat zeewier de aarde niet zal redden, zoals ook kunst de wereld niet zal kunnen redden, denk ik – maar zowel wier als kunst zullen een steentje kunnen bijdragen. De toeschouwer mag een beetje helpen bij de viergangenmaaltijd, en mag genieten van de nieuw ontdekte smaken.

Zeemaal is een theaterverhaal, Landmaal een theatraal ritueel. De toeschouwer ondergaat en beleeft de bezwering. Wat kun je als individu doen voor het klimaat? Minder vlees eten, minder voedsel weggooien. Landmaal is een oproep tegen voedselverspilling en een lofzang aan allen die afgedankt voedsel een nieuwe voedzame bestemming geven, ter glorie van de gezondheid van de mensen. Het ritueel heeft het stramien van een katholieke mis. De priesteres verheugt zich ons welkom te kunnen heten in dit ‘huis der verstoten voedselwaren, het huis van de verworpenen, de onbeminden’. De grote koelkast met glazen deur is als het ware het tabernakel waarin het voedsel uitgestald staat dat gered en geëerd zal worden.

Dat alles gebeurt duidelijk vanuit het besef dat op deze wereld één derde van het voedsel verloren gaat! De schuldbelijdenis volgt. Maar Vanmaele zal in deze feestelijke viering laten zien dat het anders kan. Het kost moeite om een ‘Halleluja’ te onderdrukken.

Vanmaele voelt zich in haar sas, omdat ze haar vele weetjes kan vertellen, omdat ze écht iets kan doen voor deze aarde! Deze rol als voorgangster, priesteres en sjamaan ligt haar zichtbaar beter dan de rol van het Zeeemaal-personage. Het spelplezier springt van haar keukengewaad, met fonkelende oogjes houdt ze de lezing van een Chinees sprookje over een koning die het eeuwige leven zocht en vond in kombuchathee. Met sprankelende trots brengt ze lyrisch het evangelie volgens Lucas, ‘Kathryn Lukas, microbe-evangeliste’, dat over de geschiedenis en de chemie van de fermentatie gaat, het chemisch proces bij uitstek dat voedsel langer leefbaar, lekkerder en meer verteerbaar maakt.

Zuurdesem zal onze darmflora redden, onthoud ik als zuurdesembroodeter. Ze somt, trotser op haar kennis, de Latijnse namen van allerlei microben, schimmels, lactobacillen en bacteriën op. Het klinkt als een bezwerende litanie. Als een alchemiste belooft ze van modder goud te maken, toont processen in het echt, en Van der Linden, de assistent, misdienaar en koster, maalt het oude brood, vermengd met donkerrood sap, door de molen. Hij zet de magnetron aan het werk en tovert lekkere hapjes van gebakken bananenschillen. Hij offreert ons ook shotjes ‘Kvass’ in flessendopjes. Misplaatst vond ik het – in deze viering tegen afval en verspilling – dat de toeschouwers de lege dopjes zo maar moesten weggooien.

Wij als gelovigen, mogen de offerande mee klaarmaken en in stoet en onder gezang het zout toevoegen aan de zuurdesemstarters. Zoals in de consecratie in de katholieke mis waarin het brood in het lichaam van Christus verandert en de wijn in het bloed van de Heiland, zo zal in dit ritueel door fermentatie het oud, verloren brood veranderen in lekkerder en nog veel gezonder brood. Het water blijft gezond water, al mag je er ook kefir of kombuchathee van maken.

Het is de verrijzenis van verloren, afgeschreven voedsel uit de dode afvalberg. Het deeg is gebakken tot broodbodems (zoiets als pizza) die dan gevuld en belegd worden met bewerkingen van afgedankte restproducten uit voedselbanken, restaurants en supermarkten. Heel verrassend komt een lange tafel tot stand, die mooi wordt gedekt en dan kan het gezelschap kennismaken met de wonderlijke en magische resultaten van wat bacteriën en gisten allemaal kunnen doen. De gelovigen hebben veel, heel veel geleerd vanavond, werden verrast, konden proeven van en zich verwonderen over dit bijzondere – Laatste – Avondmaal.

Foto: Sigrid Spinnox