Twee verhalen met een identiek begin en einde waarbij de jaloerse echtgenoot zijn vrouw doodschiet. Maar niets is precies wat het lijkt te zijn in het fascinerende Kreutzer vs. Kreutzer van Orkater en Amsterdam Sinfonietta onder leiding van violiste Antje Weithaas.

Kan muziek te gevaarlijk zijn om uit te voeren? Ja, luidt het antwoord van Pozdnyshev uit Tolstojs novelle De Kreutzersonate. Hij heeft zijn vrouw vermoord omdat zij hem bedroog met de musicus met wie zij Beethovens negende vioolsonate – een demonisch stuk dat niet gespeeld dient te worden voor een beschaafd publiek – instudeerde. In de novelle horen we alleen het verhaal van de echtgenoot, de stem van de vermeende overspeligen wordt niet gehoord.

De Britse toneelschrijver Laura Wade geeft hen een stem door Beethovens sonate te koppelen aan het eerste strijkkwartet van Janácek, die zich op zijn beurt liet inspireren door Tolstojs novelle en het werk de naam Kreutzersonate meegaf. Beide stukken worden door Amsterdam Sinfonietta schitterend gespeeld in spannende bewerkingen voor strijkersensemble, geflankeerd door twee ijzersterke acteurs: Anniek Pheifer en Stefan Rokebrand.

Dat blijkt meteen in het eerste deel, als Beethoven klinkt. De acteurs zitten links en rechts op het toneel, direct contact is er niet, op vluchtig kijken en vooral wegkijken na. Muziek en dialoog zijn strikt van elkaar gescheiden. Hier wordt de klassieke sonatevorm gespiegeld in klassiek teksttheater, met veel nadruk op een perfecte dictie, die broeit en zindert louter door de uitgesproken woorden. De man is hier een groentje, die beschaamd vertelt over zijn eerste seksuele escapades in een bordeel en geschokt reageert als hij van haar hoort dat hij niet haar eerste minnaar is.

Het lijkt o zo duidelijk: zij verleidt haar begeleider en moet dat met de dood bekopen. Maar het slimme van de regie van Leopold Witte is juist dat er helemaal niets tussen beiden gebeurt. We horen hier de op hol geslagen jaloerse fantasie van een man, die denkt dat er van alles gaande is terwijl er in werkelijkheid een enorme distantie is tussen beide spelers. Is hier wel daadwerkelijk sprake van overspel? Of zit al het vuur louter in de muziek?

Na de pauze mengen de acteurs zich in de zeer expressieve muziek van Janácek. De tekst van Wade (in een soepele vertaling van Gijs Scholten van Aschat) voegt hier een extra laag toe door te verwijzen naar de vele lang ongepubliceerde brieven die Janácek obsessief schreef aan een jonge getrouwde vrouw én de eveneens lang ongepubliceerde tegennovelle van Sofja Tolstaja, waarin zij de novelle van haar man voorzag van een weerwoord vanuit het perspectief van het vrouwelijk personage.

Hier is wel direct contact tussen Pheifer en Rokebrand, maar zij probeert hem constant op afstand te houden. Als een man zo verliefd wordt op een vrouw die hij nauwelijks kent, dan ligt het probleem toch bij de man, niet bij de vrouw, werpt zij hem voor de voeten. Waarom neemt de samenleving dan aan dat de vrouw schuldig is, door een oogopslag, een jurk die haar lichaamsvormen accentueert, een vriendelijke handdruk?

Op krachtige wijze geeft Kreutzer vs. Kreutzer zo drie door mannen geschreven klassieke werken een actuele lading. Niet door die te voorzien van een radicaal andere interpretatie of uitvoering, maar door daar een verfrissend ander perspectief aan toe te voegen. Het resulteert in buitengewoon spannend muziektheater dat een veel langere speellijst verdient.

Foto: Nichon Glerum