Het dak ging eraf in het World Forum Theater in Den Haag. Begrijpelijk, want de musical Jesus Christ Superstar is een flitsende, energieke voorstelling en op het podium stond niemand minder dan Mister Jezus zelf: Ted Neeley, de originele Jezus uit de film waar een generatie groot mee werd.

Toch valt er nog wel het een en ander op deze internationale reizende productie aan te merken, om te beginnen met Jezus. Neeley, die de rol al zo’n veertig jaar zingt, heeft in elk geval als zanger niet het eeuwige leven. Het heeft altijd iets treurigs, een paar uitzonderingen daargelaten, wanneer overrijpe zangers op hun zeventigste nog op het podium staan. Ze zijn vaak toch niet meer dan een schim van wie ze ooit waren. Neely (72) wist op bewonderenswaardige wijze de fysieke beperkingen van zijn leeftijd te compenseren met een flinke dosis persoonlijke uitstraling en innemend acteerwerk, maar vocaal klonk het zodra hij in de hoge registers terechtkwam toch behoorlijk krakkemikkig. De hoge uithalen, waar hij als jonge Jezus zo beroemd mee werd, willen niet meer echt lukken, zijn stem is kwetsbaar, dun als perkament geworden en breekt herhaaldelijk.

Desondanks hees het euforische publiek (van overwegend middelbare leeftijd) zijn tieneridool op het schild met staande ovaties en gejuich. Neeley heeft de rol inmiddels zo’n vijfduizend keer gezongen. Hij is als zanger al lang over zijn uiterste houdbaarheidsdatum heen, maar zijn naam zorgt natuurlijk wel voor een goede kaartverkoop.

De zaal in Den Haag zat dan ook afgeladen vol voor een toch wat platte, oppervlakkige en ietwat rommelige productie. Wie niet te veel eisen stelt kan best genieten van de wervelende choreografie en de mooiste musicalmuziek die Andrew Lloyd Webber ooit geschreven heeft, uitgevoerd door een rockband met strijkersensemble, trompet, hoorn en toetsen. De enscenering is simpel, maar ook wat voorspelbaar. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn, maar juist bij deze musical verdienen de personages meer reliëf. Neem zo’n Maria Magdalena. De Italiaanse Simona Distefano zong het meest bekende lied uit de musical, ‘I don’t know how to love him’, als een een soort kitscherig liefdesliedje. Daarmee ging ze totaal voorbij aan de psychologische gelaagdheid van deze rol, namelijk Maria als de bekeerde hoer. De vrouw die iedere man hebben kon, maar deze niet. Nee, deze clichématige uitvoering deed eigenlijk alleen maar verlangen naar de oorspronkelijke versie van Yvonne Eliman.

Regisseur Massimo Romero Piparo deed overigens wel een poging om een soort van gelaagdheid aan te brengen in de enscenering. Zo kreeg het publiek op het moment dat Jezus gemarteld werd (als een soort zondeval?) videobeelden te zien van Auschwitz, de Twin Towers en de recente aanslagen in Parijs. Meer dan een nogal discutabele en geforceerd aandoende poging tot actualisering was dit echter niet. Jammer was ook dat de overwegend Italiaanse cast slecht te verstaan was en het geluid door de matige versterking nogal ‘ingeblikt’ en ‘opgepompt’ overkwam. Het publiek nam dat alles voor lief, want het was immers de grote Ted Neely Superstar-show.

Foto: Margot de Heide / TEC Entertainment