Met het boek Ik kom terug kreeg de moeder van Adriaan van Dis een podium, maar nu staat ze ook echt op de planken. De bekroonde roman (winnaar Libris Literatuurprijs 2015) is bewerkt tot een theatervoorstelling, geregisseerd door Michiel van Erp. Auteur Van Dis staat zelf op het toneel, geflankeerd door actrice Olga Zuiderhoek als zijn moeder.

In Ik kom terug beschrijft Van Dis de moeizame relatie met zijn moeder, een afstandelijke vrouw met een heftig leven. Tijdens het schrijven raakte de schrijver doordrongen van de ‘theatraliteit’ van zijn moeder, zo vertelt hij in het toneelstuk. De theaterversie van Ik kom terug is geen bewerking van het boek; eerder een blik op de totstandkoming ervan, een soort making of waaruit blijkt hoe Van Dis zijn materiaal verzamelde in gesprekken met zijn moeder.

Moeder Van Dis is erg terughoudend, als haar zoon zegt dat hij over haar wil schrijven. Ze houdt haar mond, zegt niks meer te weten. Uiteindelijk gaat ze toch overstag, op voorwaarde dat ze een ‘schrijfcontract’ afsluiten. Ze vertelt haar verhaal alleen in ruil voor pillen waarmee ze haar leven kan beëindigen. Van de gesprekken tussen moeder en zoon zijn snippers te zien op het toneel, uitgespeeld in korte scènes: onderlinge telefoontjes, de verhalen van vroeger, foto’s in zwart-wit. Zuiderhoek speelt de moeder, Van Dis zichzelf. De actrice en de schrijver reflecteren tussendoor op de gespeelde scènes. Van Dis legt uit, Zuiderhoek luistert of geeft commentaar. ‘Ah, nu begrijp ik het een beetje’, knikt ze steeds.

Van Dis is zonder twijfel een begenadigd spreker met een prachtige dictie – iedere zin rolt volmaakt van zijn tong, maar een acteur is hij niet. Gelukkig weet hij dat zelf ook: de schrijver heeft zijn tekst niet uit het hoofd geleerd, maar leest de zinnen van papier. Hij speelt zijn eigen personage, soms iets aangezet, soms stiekem toch een stukje acterend (niet de sterkste momenten). Zuiderhoek speelt de moeder als een bitse vrouw met boosaardige uitspattingen, maar deze scènes zijn te kort om het personage echt tot bloei te laten komen.

Het stuk is een ingewikkelde constructie, waarbij de acteurs steeds in en uit rollen en scènes stappen. Door al die losse momentjes en perspectiefwisselingen is het eindresultaat erg onrustig. Taai ook, omdat alle sprongetjes en flarden nogal wat vragen van de concentratie van het publiek. Als Van Dis simpelweg voorleest, met zijn mooi walsende vertelstem, is Ik kom terug op haar best. Als hij vertelt over zijn moeders afstandelijkheid bijvoorbeeld, dat zij hem nooit aanraakte of hoe hij haar mooier wil maken op het papier. Tekstueel kent Ik kom terug echt prachtige strofes, maar de rommelige structuur van de voorstelling drukt alle poëzie naar de achtergrond.

Foto: Bert Nienhuis