Na een voorstelling gemaakt te hebben over haar scheiding, volgde er een over een nieuw opgebloeide liefde. In Heel neemt stand-upfilosoof Laura van Dolron haar publiek mee naar de volgende stap, het herstel. Dat doet ze natuurlijk niet zonder de wereld te beschouwen en dus is de oorlog in Gaza ook onderwerp van gesprek. Op veel fronten is de wereld aan heling toe, met zoete steken maakt Van Dolron haar punt in een voorstelling over rouw en naastenliefde.

Net als in De Uitnodiging neemt Laura van Dolron haar nieuwe liefde Mark Kulsdom mee als side-kick. Waarom vraag je je af, maar geleidelijk wordt het duidelijk. De voorstelling maakt via het burgerwetboek een mooi boogje van het huwelijk naar de naastenliefde. Niet dat Van Dolron intussen getrouwd is met Mark, dat zeker niet. ‘Een ring aan de vinger, dat niet meer.’ Maar het loopt wel lekker tussen de twee duifjes en dat wordt in geestige anekdotes toegelicht. Waar Mark in die vorige producties nog liedjes tokkelde op zijn gitaar, is het nu de beurt aan de klankschaal. Het is tijd voor inkeer. We mogen met haar luisteren naar het geluid van de schaal, die – vindt ze zelf – wel heel lang nazingt.

Hoe kunnen we anders omgaan met elkaar, dat is de leidraad van Heel, want waarom moeten we op elke prikkel reageren. Wat schieten we op met al die reactieve agressie in onze maatschappij? Als die avond een merkwaardige pieptoon plots de zaal in beslag neemt, is er dan ook geen irritatie maar wordt alle tijd genomen om met het publiek te zoeken naar de herkomst. Als het niet het geluidssysteem is, wat is het dan wel? Even denk je dat je in de maling genomen wordt, maar dan blijkt het de piep van een insulinepomp te zijn. Een bezoekster loopt even de zaal uit en mag gerust terugkomen. Van Dolron laat zich graag verrassen; onverwachtse geluiden uit de zaal? ‘Laat ze maar komen.’ Een telefoontje dat per ongeluk afgaat of een binnenkomend appje; ze kan het waarderen. Even van dat papier af. En zo, vanuit die realistische situatie in de zaal ontstaat geleidelijk een pleidooi voor meer veerkracht.

Nog steeds is daar die bundel papier dus, die Van Dolron bijna krampachtig in haar handen houdt. Een voorstelling van Van Dolron is geen gelikte show en houdt het midden tussen een lezing en een performance. Slechts enkele keren laat ze de blik op dat papier los, wanneer haar verhaal versnelt en we even een inkijkje krijgen in haar onhoudbare gedachtestroom. Al bijna twintig jaar doet ze dat in haar stand-up-philosophy-performances. Daar is niets aan veranderd en er zijn ook ongegeneerd veel verwijzingen naar dat oeuvre. Vijftien jaar geleden maakte van Dolron Mijn naam is Rachel Corrie – over de Amerikaanse activiste die in Gaza werd overreden door een Israëlische bulldozer – en die voorstelling is opnieuw onderwerp van gesprek. Ze voerde hem onlangs nog op tijdens haar theatrale slaapstaking voor Gaza bij Het Nationale Theater. Een avond waarnaar ze, vooral als het gaat om de organisatie ervan, veelvuldig verwijst.

Waar begint het verhaal van een scheiding en op wie kun je het ‘verhalen’? We lopen door de mogelijkheden heen. Grappen rond datingapps krijgen een plek, net als de hilarische ervaringen rond familie-opstellingen met paarden. Het eigen gezin wordt niet gespaard, Van Dolrons kinderen worden veelvuldig aangehaald in ontroerende anekdotes. Iedere moeder, gescheiden of niet, zal zich erin herkennen en dat maakt het werk van Van Dolron zo toegankelijk.

Maar hoe persoonlijk al dat materiaal ook is, er is ook altijd die activistische toon. Het hoofd van Van Dolron kent geen schotten, voortdurend worden bruggetjes gelegd tussen de realiteit in de theaterzaal, haar privé en de wereld. Zeker is dat de tekst van Heel voortdurend aan verandering onderhevig is. Ik schat in dat er elke dag wat uit gaat om plaats te maken voor een nieuw inzicht.

Werk is leven en leven is werk. En ja, er is ook werk aan de winkel. Van Dolron wrijft het fijntjes onder de neus. Zo kunnen we niet verder, niet met Gaza en niet met elkaar; ‘Vergelding is menselijk, maar luister eens als het pijn doet.’ Helen is aanvaarden.

Foto: Moon Saris