Afgelopen week speelde Laura van Dolron haar nieuwe voorstelling, twee keer per dag, steeds voor twee mensen. De Nieuwe Laura klinkt als iets dat in de etalage ligt, en verwijst waarschijnlijk naar een opmerkelijke transformatie die de theatermaakster recentelijk doormaakte, maar eigenlijk was ze als vanouds.

Een pre-première op persoonlijke uitnodiging, 1 op 2 in de grote zaal van Frascati, begin van de middag – het lijkt exotisch, maar de kleine bezetting past Van Dolron als geen ander. Ook nu is ze meester in het spelen met de regels van het spel, besteedt ze veel aandacht aan de gevoeligheid van het moment en laat ze de spanning over de paradoxale natuur van haar optreden openlijk toe.

Allerlei werelden ontmoeten elkaar in het conversatietheater van Van Dolron. Terwijl de schrijfster en de speler met elkaar en met de zaal in gesprek zijn, refereren die gesprekken ook steeds aan andere gesprekken en gesprekspartners eerder en elders. Van Dolrons vragen zijn nooit alleen haar eigen vragen. Ze vervangt ze vaak door andermans vragen wanneer ze vertelt over haar ontmoetingen in een tbs-kliniek of kinderziekenhuis, een situatie met de kinderen thuis, of Freek de Jonge die uit haar voorstelling wegloopt voor een afspraak met een televisieprogramma.

Terwijl ze zich tot anderen richt, wisselt de nieuwe Laura voortdurend van rol: van speler en schrijver, naar toeschouwer en ‘speciaal geval’, waaronder zij zelf als werkende vrouw én moeder. Vervolgens spiegelt Van Dolron de uit het leven gegrepen dingen aan het theater. Ze roept telkens de vraag op wat nu eigenlijk nut en noodzaak zijn van die andere, parallele en kunstmatige wereld, waarvan ze haar vak heeft gemaakt.

Met veel plezier ondermijnt Van Dolron haar rol als speler, entertainer, komiek en voorganger. En tegelijkertijd vraagt ze zich af hoe ze vat kan houden op haar optreden, terwijl ze elders vooral bezig is zich over te geven aan de soms moeilijk navolgbare of moeilijk te accepteren werkelijkheid van iemand anders.

Het is een wat vaag verhaal dat Van Dolron aanvoert als aanleiding voor haar huidige optreden. Tijdens de lockdown naar de sauna willen in Amsterdam en, omdat je er dan toch bent, een repetitielokaal regelen en aan het werk gaan? De wereld op zijn kop, dat is het leven met lockdown, lijkt Van Dolron te suggereren, maar eigenlijk geloof ik er geen bal van. Wat gek is, wanneer iemand overtuigend is met het zo zorgvuldig en oprecht mogelijk benoemen van de werkelijkheid.

Het is natuurlijk ook de normaalste zaak van de wereld, aanraking en nabijheid zoeken in de sauna, het theater of bij de kapper en al die andere plekken die al een jaar niet of nauwelijks meer functioneren, zelfs illegaal zijn geworden. De kunstmatige leegte van de studio, die Van Dolron zegt te verfoeien, heeft zich uitgespreid over talloze andere lokalen. Maar waarom ging ze er dan toch zitten met haar laptop?

Ook De Nieuwe Laura gebruikt de tegenstelling tussen de weerbarstigheid van het echte leven en het theater als denkruimte zonder verder veel consequenties. Maar in plaats van die tegenstelling nog eens flink uit te buiten en een nostalgisch pleidooi te houden voor het volle leven, toont de voorstelling juist aan dat ook buiten het theater het delen van gedachten en gevoel niet vanzelfsprekend is. Dat het theater misschien wel een plek is waar je die dingen zou kunnen oefenen, of werkelijk kunt laten worden, denk ik dan.

Of het nu de man is die voortdurend door haar voorstelling heen schreeuwde of de vrouw die enkel lichtjes met haar hoofd neigde als erkenning van Van Dolrons solo-optreden in haar achtertuin, het ongebruikelijke aan hun optreden blijkt buitengewoon belangrijk voor het hare. Niet om achteraf stoer of relativerend te doen over mislukte optredens, maar om te vertellen over ontmoetingen die misschien niet meteen vanzelf gaan. Uitwisseling waarvoor de regels nog moeten worden uitgevonden en uitgeprobeerd, ontmoetingen die ook inspireren om het binnen het theater anders aan te pakken.

Zo voegt De Nieuwe Laura stukjes werkelijkheid toe, binnen en buiten het theater. Naast haar ongemeen scherp geformuleerde en genereuze observaties, zit hem dat overigens ook in heel fysieke dingen en een gevoel voor beweging. De ruimte die iemand mag innemen van zichzelf of van anderen wordt door haar zorgvuldig in kaart gebracht. Hoe ze zich vervolgens door al die im- en exploderende ruimtes begeeft, is vergelijkbaar met het werk van een danser of muzikant. En zoals het een volleerde komiek betaamt, speelt ze ook prachtig met het ritme en de dosering van de dingen en het gevoelseffect dat ze sorteren.

Van Dolron zou graag te boek staan als meesterverteller, zegt ze op een gegeven moment. Uiteraard besteedt ze ook aandacht aan haar eigen verlangen en kwetsbaarheid, ijdelheid, ambities en onzekerheden. Je zou De Nieuwe Laura een ontmoeting kunnen noemen tussen de volleerde meesterverteller en het meisje, dat nu nog moeder moet worden. Dat zou dan de nieuwe Laura zijn. Maar de manier waarop Van Dolron als een vuurvogel steeds opnieuw uit de as oprijst en de vele rollen opneemt, van haarzelf en anderen, zonder daar als speler al te moeilijk over te doen – meer als een danser dan als acteur eigenlijk – vind ik eerlijk gezegd wel zo indrukwekkend.

Foto: Moon Saris