In F A G G O T S nodigt een geheimzinnige gestalte ons uit om een andere planeet te betreden: een fantasiewereld waarin the men zijn verdwenen en waarin de faggots de dienst uitmaken. Performer Tibau Beirnaert en regisseur Laurens Aneca creëren, geïnspireerd op het boek The Faggots and Their Friends Between Revolutions van Larry Mitchell, een boeiende, scherpe én komische wereld.

Voorafgaand aan die nieuwe wereld maken we kennis met de performer: een zwijgend, maar bewegend lichaam op de bühne, grotendeels naakt, voorzien van een vlekkeloos Engels sprekende voice-over. Engels, want dat is niet zo real, en in het Engels is het makkelijker om te overdrijven.

Als kind, zo vertelt de verteller ons, werd Beirnaert gepest. Een manier om onder het geweld uit te komen, was om dat geweld zelf toe te passen op de belagers. Daarna kwam de realisatie dat dat geen oplossing was waar hen interesse in had, en dat het verbeelden van een andere wereld meer uitwegen bood.

We betreden zodoende een fantasy-verhaal, een bloeiende, florerende wereld die in het teken staat van sensualiteit, goede orgasmen, ontspanning en mijmeringen. Terwijl de voice-over (ingesproken door Bavo Buys) ons meer details geeft over de wereld en haar bewoners, zet Beirnaert een platform met danspaal in elkaar.

Scènes van paaldans zullen de teksten fysiek en beeldend ondersteunen, net als een aantal kostuumwissels (Brende Eschauzier, Marie Baudoncq, Beirnaert). Vrouwelijkheid, mannelijkheid, drag, de kostuumwissels maken dat Beirnaert met gemak van de ene naar de andere expressie vloeit. De kledingontwerpen – veel tule, veel tierelantijntjes – zijn prachtig, en vermaken Beirnaert telkens tot een nieuw personage, als een huid die wordt verveld.

Beirnaert is een sterke bewegingsperformer. Elke nieuwe versie van dit personage komt met een eigen mimiek en lichaamstaal. De paaldansen zijn acrobatisch en bij vlagen betoverend om naar te kijken. F A G G O T S is bij uitstek interdisciplinair: lichaam, tekst, kostuum, elk element krijgt een zorgvuldige eigen plaats in dit universum.

Voor onze ogen komt een nieuwe wereld tot stand, soms met horten en stoten. Niet alle ingrediënten volgen altijd een even heldere dramaturgie. De teksten en de beelden zijn soms enigszins van elkaar losgezongen. Dat is niet vreemd bij een adaptatie van een boek dat zich evenmin makkelijk laat vangen: Mitchells The Faggots and Their Friends Between Revolutions (1977) bestaat uit absurdistische vignetten en platitudes.

In het derde deel van de voorstelling verdwijnt de voice-over, neemt Beirnaert zelf het woord, en wordt ook de vierde wand doorbroken. Als performer heeft Beirnaert een enorme gunfactor. Hun open, maar uitdagende communicatie met publiek bevestigt de campness en daarmee ook de humor van de voorstelling. In mimiek straalt hen een grappigheid uit, een guitigheid waar hen dan ook zelfverzekerd mee speelt. Stem, spel en kostuum helpen daarbij: huidkleurige stiletto’s die doen denken aan lange Bambi-benen, zwarte lenzen die grote ogen vormen, en een wiegende zwierigheid in mimiek en lichaamstaal.

Ondertussen stellen Beirnaert en Aneca op geraffineerde wijze vragen over de plaats en geschiedenis van geweld in queer identiteit. Kan de utopische fantasy bestaan zonder de erkenning van dat geweld? Of blijven die sporen, door het afzetten daartegen, juist aanwezig? Beirnaert en Aneca laten een solide artistieke signatuur zien, gekenmerkt door provocatie met een knipoog, die direct nieuwsgierig maakt naar volgend werk.

Foto: Thomas Dhanens