Op de achtergrond vier gestreepte skateramps. Blacklight kleurt de witte strepen paars. Een rij mannen staat voor de ramps, ruggen naar de zaal. Op sneakers beginnen ze de schuine wanden te bedansen, met de exacte bewegingstaal van skaters, alsof ze op wieltjes staan. De toon is gezet in Elements of Freestyle van danscollectief ISH: alle urban arts, hedendaagse vormen van straatspel, komen voorbij en allemaal overschrijden ze de grenzen van hun discipline.

In de folder die Elements of Freestyle begeleidt, meldt ISH dat het collectief voor deze voorstelling teruggaat naar de start van de groep, in 2000. Toen maakte oprichter, danser en skater Marco Gerris met jonge dansers, skaters, human beatboxen en dj’s voorstellingen die een allegaartje van stijlen waren, vaak met een kleine verhaallijn als rode draad. Voorstellingen die het vooral moesten hebben van enthousiasme en inzet.

Zeventien jaar later is ISH uitgegroeid tot een sterk collectief, professioneel en volwassen. Daarin is ruimte voor allerlei disciplines en voor nieuw talent op het gebied van dans, choreografie en muziek. Daarmee is Elements of Freestyle misschien een ode aan de begintijd, maar dan wel die van een volgroeide groep.

De vier skateramps op het podium, die uit elkaar kunnen en steeds nieuwe gedaantes aannemen, vormen een speelplaats, als op straat, waarop de deelnemers samenkomen. Tien mannen dragen de voorstelling, plus twee musici. Breakdancers Denden Karadeniz, Thomas Krikken en Arnold Put. Inline-skaters Sven Boekhorst en Jelle Briggeman, aangevuld met Pim Wouters op skateboard. Freerunners Luis Alkmim en Bart van der Linden blinken uit in een onwaarschijnlijk spectaculaire vorm van acrobatiek, maar kunnen ook dansen. Samen komen ze tot een optelsom van moderne dans, hiphop en breakdance. Michael van Beek combineert een soort jongleren met voet- en basketbal met moderne dans en acrobatiek. En Dez Maarsen blinkt uit op BMX, zo’n klein stuntfietsje.

De verschillende disciplines wisselen elkaar in hoog tempo af, doorkruisen elkaar, vullen elkaar aan. Ze dagen elkaar uit, rivaliseren, sluiten vriendschap. De mannen schuiven bij elkaar aan voor duetten en trio’s, ze brengen groepsdansen en solo’s. Opvallend is daarbij dat ze allemaal voortdurend de grenzen van hun eigen discipline overschrijden. Ze lenen elkaars bewegingstaal, ze bemoeien zich met elkaars partij. Dansers en freerunners ‘acrobatieken’ en bespelen de ramps. Skaters dansen. Zelfs het verbouwen van het decor door de ramps te verplaatsen, gaat volgens een strakke choreografie.

Alleen Van Beek met zijn ballen en Maarsen met zijn BMX lijken aanvankelijk met hun circusachtige bijdragen uit de toon te vallen in het esthetische geheel, maar zelfs het spel met de bal wordt een puntgave choreografie en de uitgekiende stunts op de BMX groeien uit tot een duet met een fiets.

De voorstelling leunt op house, rock en minimal music die deels op band staan, maar die vooral live worden gemaakt door Jörg Brinkmann op elektrische cello en Ben Mathot op elektrische viool. Mathot kan zijn viool laten klinken als de elektrische gitaar van Jimi Hendrix. Het licht (ontwerp: Mike den Hollander) is niet alleen ondersteunend, het levert een wezenlijke bijdrage aan de choreografie door dansers te isoleren, door ritmisch mee te doen met de dans of door denkbeeldige vitrage neer te laten tussen dansers.

Een deel van de kracht van regisseur Marco Gerris zit hem in zijn vermogen getalenteerde mensen om zich heen te verzamelen. Maar in Elements of Freestyle doet hij meer dan dat, hij drijft zijn ensemble tot grote hoogte. Het plezier spat van deze voorstelling af. Zo wordt het geheel méér dan de som der delen.

Foto: StudioBreed