Met de première van de korte vierplusvoorstelling Dromer is woensdagmiddag in de theaterzaal in de nok van Bibliotheek Neude in Utrecht de Kinderboekenweek 2021 geopend. Worden wat je wilt, is het thema. En dat is leuk en aardig, althans voor de denkers onder ons, die weten wat ze worden willen. Of voor de doeners, die gewoon aan de slag gaan. Maar wat moeten de dromers met zo’n thema?

De voorstelling is gebaseerd op het gelijknamige ‘Prentenboek van de Kinderboekenweek’ van Mark Jansen (tekst en illustraties). Bij aanvang ligt hoofdpersoon Aron (liefdevol gespeeld door Lieke Witteveen) midden op de speelvloer, verdiept in een enorme tekening. Ergens ver weg horen we iemand zijn naam roepen: ‘Aron… Aron…’ Voor je het weet zitten we in de auto: Aron achterin, zijn vader voorin. Een late namiddag die naar dennennaalden ruikt.

In regie van Christian van Eijkelenburg wordt Dromer een lief, associatief kleinood waarin de fantasie alle ruimte krijgt. Korte talige scènetjes vormen de piketpaaltjes voor de fantasierijke, woordloze sequenties waarin Aron een nacht met zijn vader in de bossen kampeert. Het eenvoudige, maar inventieve decor (Gunilla Andersson) helpt daarbij: een blauw doek wordt een kabbelend riviertje, een rood flikkerend lampje maakt de kampvuursfeer compleet. Net als in het boek verliezen we in het hart van de voorstelling het hier en nu even helemaal uit het oog en nemen de fantasiewezens het samen met Aron helemaal over. Geleidelijk en volstrekt vanzelfsprekend landt alles weer in de vermeende realiteit.

De afwisseling tussen talige en beeldende sequenties werkt goed: er worden grote, ingewikkelde vragen en thema’s opgeworpen (is het erg om iets niet te weten? waar zijn dromers eigenlijk goed in?), die in de woordloze scènes die daarop volgen, kunnen resoneren bij het jonge publiek. Al zijn er momenten waarop Witteveen de zaal verliest, bijvoorbeeld tijdens het opzetten van de houtjetouwtje-tent waarin ze overnacht. Het heeft alles te maken met oogcontact: zo lang ze de toeschouwers niet uit het oog verliest en haar open spel alle ruimte krijgt, weet ze de zaal moeiteloos mee te nemen in de betovering van de fantasie.

En ja, dan blijkt dat óók (of juist) de dromers zoals Aron belangrijk zijn in deze wereld. Dat zijn namelijk de muzikanten, de dansers en de acteurs van later. Maar voor nu heeft Aron genoeg aan lekker wegdromen met een marshmallow bij een bij elkaar geïmproviseerd houtvuurtje. Of zit hij eigenlijk gewoon nog te tekenen? ‘Aron… Aron… Aron, eten!’

Illustratie: Mark Janssen