De Tocht imponeert met schilderachtige projecties van Friesland, maar kampt ook met schetsmatige personages. Door het wankele script zakt de spektakelmusical uiteindelijk door het ijs.

It giet maar niet oan met de Elfstedentocht. De laatste editie is alweer 25 jaar geleden en de kans dat we een zestiende rit gaan zien is klein. Gelukkig kunnen liefhebbers nu terecht in het nieuwe Friso Theater in Leeuwarden, waar de tocht der tochten in regenbuien en hittegolven gewoon gereden kan worden. Nou ja, een beetje: in de musical De Tocht belanden we in een fictieve Elfstedentocht in 2023.

De Tocht is een van de vele spektakelmusicals die na het succes van Soldaat van Oranje tot stand is gekomen. Of dat succes herhaalbaar is is nog maar de vraag, maar de productie heeft al wel een troef in handen. Net als het succesvolle Dagboek van een Herdershond en Zondag in het Zuiden is De Tocht een musical met een sterke regionale binding: personages spreken Nederlands en Fries, de burgemeester van Leeuwarden heeft een korte cameo en natuurlijk is daar die iconische tocht die voor Leeuwarden en Friesland zo belangrijk is. ‘Samen maakt alles sterker’, zo luidt de slogan van deze musical. Saamhorigheid, daar gaat het om.

De saamhorigheid is ver te zoeken voor jeugdvrienden Annet, Sjoerd, Pieter, Kristien en René, die als kinderen elkaar beloofd hebben om ooit een Elfstedentocht te rijden. Broers Sjoerd en Pieter (Wolter Weulink en Theo Martijn Wever) hebben elkaar twintig jaar niet gesproken, omdat Pieter weigerde het familiebedrijf over te nemen. Kristien en René (Jolijn Henneman en Boy Ooteman) hebben Leeuwarden verruild voor Amsterdam en Ibiza en worstelen nog met oude gevoelens voor elkaar. Annet (Nandi van Beurden) heeft een carrière als kunstschaatser aan de wilgen gehangen voor Sjoerd, en heeft zo haar eigen reden om de vriendenclub bij elkaar te krijgen.

Alsof dat nog niet genoeg is, schaatst er nog een zesde personage rond, die grotendeels losstaat van de vriendengroep. Jelmer (Thijs Meester) heeft verschillende tochten gereden met zijn inmiddels overleden vrouw Boukje, en rijdt een laatste tocht om haar as uit te strooien. Boukje (Maike Boerdam) vaart of schaatst het podium op om hem te helpen met de rouwverwerking.

Scriptschrijver Allard Blom verwerkt veel verhaallijnen in een musical die nog geen twee uur duurt en die een balans moet maken tussen zang, dans, spel en spektakel. Als gevolg zijn de achtergronden van de vrienden en hun onderlinge conflicten onderontwikkeld en blijf je aan het eind van de rit achter met schetsmatige personages. De opzwepende compositie van Ad van Dijk en Sytse Broersma moet daardoor extra werk doen. Het geeft aan wat voor heftige emoties de personages voelen, maar zonder meer scènes om al die conflicten uit te bouwen krijgt het niet de impact die het zou kunnen hebben.

Met name de vrouwenrollen laten te wensen over: een terugkerend probleem in het genre van de spektakelmusicals. Annet zingt keer op keer hoeveel ze wel niet houdt van Sjoerd, terwijl we ook leren dat ze al haar dromen en ambities voor hem opzij heeft gezet. Waar ze eerst de groep nog op sleeptouw neemt, krijgt ze een einde dat zo passief is dat het aanvoelt als een anticlimax. Ook Boukje, die in de vorm van een herinnering haar man bijstaat en Kristien, die haar idee voor een documentaire al snel laat varen, blijven onbevredigend.

Dat is jammer, want er staat wel een fijne groep acteurs op het ijs. Of het nou de chemie is tussen Boy Ooteman en Jolijn Henneman, die samen de komische noot verzorgen, de romance die Thijs Meester en Maike Boerdam spelen of de broedervete tussen Wolter Weulink en Theo Martijn Wever: onder regie van Eddy Habbema komt het goed uit de verf. Nandi van Beurden heeft als Annet zo’n aanstekelijke energie dat je gelijk hoopt dat ze die eindstreep gaat halen.

Het verhaal van De Tocht mag dan wat steken laten vallen, maar de vormgeving is dikwijls verbluffend. Kijken we hier naar een Soldaat van Oranje on Ice? Ja en nee. De theateropstelling breidt de succesformule van Soldaat niet uit zoals een 40-45 dat bijvoorbeeld wel doet: hier draait een schaatsbaan met echt ijs om de zaal heen, terwijl op de achtergrond projecties van het Friese landschap te zien zijn. Iets anders, maar niet erg anders.

Het zijn de wonderschone beelden en het licht van Luc Peumans die het verschil maken. Het lijkt of je naar impressionistische schilderijen aan het kijken bent van de verschillende landschappen, steden en dorpen waar de schaatsers langs passeren. De achtergrond waar de ruzie tussen de twee broers in plaatsvindt – een beeld van een imposant erf, geïsoleerd in de sneeuw – is zo sprekend dat je meer begrijpt van de eenzaamheid die beiden ervaren hebben. De zonsopgang in het Slotermeer was voor veel schaatsers een hoogtepunt van hun Elfstedentocht, en is ook hier het visuele hoogtepunt van de voorstelling.

Die impressionistische kwaliteit kan niet lang standhouden, want des te verder de schaatsers gaan, des te minder sprookjesachtig wordt de tocht. De beelden worden daarom ook kouder en harder naarmate de voorstelling vordert, maar het is bijna jammer. Wie afreist naar het Friso Theater, kan zich in ieder geval op beelden verheugen die nog lang bijblijven.

Foto: Joris van Bennekom