Een vriendelijke zwerver met een bolhoed, zwarte snor, brilletje en regenjas. Dat is Dorus ten voeten uit, zoals bedacht door komiek Tom Manders aan het begin van de jaren vijftig. Al snel kreeg dat typetje waanzinnig veel aandacht, werd zelfs zo beroemd dat het personage zijn schepper uiteindelijk overschaduwde. Manders heeft heus andere dingen geprobeerd, maar het publiek wilde alleen Dorus. Dus stond hij daar weer. Met een bolhoed,  snor en regenjas.

In 1956 brak Manders door met de act die bescheiden begon in een kelder aan het Amsterdamse Rembrandtplein. Dorus werd een doorslaand succes met zijn hit Twee motten. Een miljoenenpubliek zat aan de buis gekluisterd als hij op televisie verscheen. Manders’ ambitie was tomeloos. Hij was perfectionistisch, eigengereid en wilde bovendien steeds vernieuwen – iets dat tegenstrijdig klinkt voor iemand die vijftien jaar op het podium staat met dezelfde snor, in dezelfde regenjas. Maar alleen Dorus scoorde en Manders moest nu eenmaal een gezin onderhouden, zijn vrouw Enny en hun vijf kinderen. Dus trad hij onverminderd op in zijn Amsterdamse revuecafé Saint-Germain-des-Prés, was te horen op de radio, te zien op tv en reisde hij door het land om Dorus ‘bij de mensen thuis’ te brengen.

In de nieuwe musical van Albert Verlinde Entertainment, Een avond met Dorus in regie van Eddy Habbema, zijn ruim twintig Dorus-liedjes samengesmeed tot een wandeling door Manders’ leven. Henk Poort speelt de titelrol, vijf acteurs alle andere personages. En dat zijn er heel wat. Tientallen typetjes komen voorbij, soms als figurant, soms als tegenspeler. Marco Braam speelt bijvoorbeeld Cor Steijn, de pianist die Manders zes jaar begeleidde.

Ondanks alle hilariteit krijgen ook serieuze(re) scènes een plaats in de voorstelling. De liedteksten blijken mooi samen te vallen met het dramatische lijn van het verhaal. Ontroerend is het duet van Manders met zijn broer Kees (Johnny Kraaijkamp), Ik zou honderd willen worden. Perfect getimed. Bovendien speelt Poort de hoofdrol schijnbaar met groot gemak. Hij is de gedroomde Dorus. Zijn houding en bewegingen lijken vanzelfsprekend, terwijl zowel het beroemde typetje als zijn (minder beroemde) schepper herkenbaar zijn. Non-stop staat Poort op de planken, gaat alleen af om snel een andere outfit aan te trekken.

Bovendien weet de voorstelling, door het knappe script van Allard Blom, de nostalgie te ontstijgen. Het verhaal raakt aan tijdloze thema’s als artistieke vrijheid tegenover commercie, persoonlijke drijfveren en de spanning tussen carrière en gezinsleven. Daardoor is Een avond met Dorus interessant voor een breed publiek, breder dan de vijftigplussers die Dorus uit hun jeugd kennen. Allemaal stappen we graag op de loper die Dorus voor ons heeft uitgelegd om te kijken naar de man met een ‘bolhoed op [z’n] ene oor’ – of misschien juist naar de man onder dat kostuum, Tom Manders.

Foto: Roy Beusker