De tijd loopt is een leuk spel met verwijzingen naar het verloop van de tijd: herinneringen uit het verleden, het hebben van haast en het verstrijken van de seizoenen. Het thema tijd had meer uitgebouwd kunnen worden; desalniettemin schept deze dansvoorstelling voor kinderen vanaf vier jaar een magische wereld van beweging.

De tijd loopt wordt gedanst door drie dansers, maar eigenlijk doen de rekwisieten net zo goed mee. De voorstelling begint met een schrijfmachine die aan een lijntje de vloer wordt opgesleurd en daardoor direct iets van een huisdier heeft. Het tikken op de machine door één van de dansers – uitgevoerd alsof hij voor het eerst zo’n ding bedient – geeft het eerste ritme aan voor de eerste stukken dans, vanonder een laken uitgevoerd door de twee andere dansers. Het jonge publiek deelt overigens de verwondering over de ouderwetse gebruiksvoorwerpen. ‘Wow, wat ís dit?’ klinkt er van de tribune bij zowel de schrijfmachine, als bij de draaischijftelefoon die even later de speelvloer betreedt.

De choreografie, gemaakt door Lidia Wos en uitgevoerd door Elvedin Šiljdedić, Chiara Aldorisio en Mirella de Almeida Castagna, draait om het elkaar opzoeken en meesleuren in handelingen, en het vastleggen of bevriezen van de tijd door langer vastgehouden poses. Er zijn veel rondes de jambes en développés – sierlijk en klassiek gestrekte en uitgedraaide beenbewegingen – en er wordt veelvuldig op elkaar geleund en door elkaars benen heen gekropen. De Almeida Castagna voert een betoverende solo in een paradijsvogelachtig kostuum uit en Šiljdedić imponeert met kopstand op een rijdende kist gehuld in tropisch overhemd. Leuk gevonden zijn de terugkerende motieven: een paraplu die draait als de wereldbol of de onderkant van een cancan rok die verwijst naar een verfrommelde krant van eerder.

Als spel met elkaar en met bewegende voorwerpen werkt De tijd loopt heel goed. Toch lukt het niet helemaal om het tijdsthema echt consequent door te voeren, ondanks de leuke vintage voorwerpen, vakantiekledij, stapels ouderwetse koffers en een mooi schaduwspel op het achterdoek. Onderbenen en -armen als tikkende wijzers duiken bijvoorbeeld op in het begin, en wekken daarmee de verwachting dat iets onder tijdsdruk moet worden uitgevoerd, maar wat is niet duidelijk.

Daarmee is de voorstelling vooral een betoverende collage, vol met dingen die op één of andere manier verwijzen naar het verstrijken of vastleggen van de tijd. En omdat er continu iets te ontdekken is voor het (jonge en oudere) publiek, is dat helemaal prima.

Foto: Hans Gerritsen