In het echt gebeurt het maar zelden, maar in de literatuur worden vervelende kinderen nog weleens terechtgewezen door hun slachtoffers. Nils Holgersson kreeg een heropvoeding van ganzen. De opera L’enfant et les sortilèges (1925) gaat nog verder: het zijn niet alleen de dieren, maar ook huisraad, vaatwerk, een boom en het vuur die de deugniet op zijn nummer zetten. Dat komt ervan als je je rekensommetjes niet maakt. OT rotterdam maakte er een charmante poppenvoorstelling van: De betoveringen.

In 2012 verbeeldde Opera OT samen met het Rotterdams Philharmonisch Orkest de operamuziek van Maurice Ravel al, tijdens de Operadagen Rotterdam. Daar maakte de groep een handzamere jeugdvoorstelling van, en die heeft nu weer een remake gekregen.

‘Je suis libre, libre. Méchant et libre.’ / ‘Ik ben vrij, vrij. Stout en vrij.’ Het libretto van Colette uit 1918 is wat expliciet en uitleggerig hier en daar, maar vaker speels en lyrisch. In zijn muziek ziet Ravel er niet tegenop om een hoge sopraanarabesk te schrijven op weinig lyrische woorden als ‘het rieten stoeltje’. En voor het porseleinen kopje schrijft hij heel toepasselijk in het Chinees, bij het quasi-oosterse koeterwaals van Colette.

Die vrijheid van het kind valt trouwens tegen. Het had zo’n hekel aan rekenen dat hij het huis overhoop gooide, zijn boeken en het behang scheurde, de kat aan z’n staart trok, een libel opprikte en nog veel meer hooliganisme op zijn omgeving losliet. De omgeving liet dat niet onbestraft en confronteerde hem met zijn daden. De stoelen die hij omgooide, gooien hem heen en weer, de klok huilt, de figuren van het behang komen verhaal halen, de vleermuis vertelt hem hoe lastig het is als kinderen hun moeder moeten missen, de rekenkunde protesteert, de cijfers vallen hem aan, het vuur bedreigt hem: ‘Ik verwarm de goeden, maar verbrand de slechten.’ Uiteindelijk komt het natuurlijk allemaal in orde, want ook in het vervelendste ettertje schuilt ergens een aardig kind.

Er gebeurt veel in L’enfant et les sortilèges (Het kind en de betoveringen). Ravel stopte wel 24 rollen in zijn ‘lyrische fantasie’, die soms door een koor werden gezongen. Daar is qua vormgeving dus veel aan te beleven. Jacqueline de Maat maakte charmante poppen met gevarieerde karakters. Het kind heeft een korte broek, een T-shirt met streepjes en kraaloogjes. Twee lekker fluffige poezen stoeien een lekker duet. Prinsessen, herderinnetjes en libellen kregen een romantische uitvoering.

De betoveringen heeft een simpel concept, dat zorgvuldig is uitgewerkt. In twee ruimtes – de kamer en de tuin – die als grote dozen naast elkaar staan, spelen Gerrit Timmers, Noah Blindenburg en Mirthe Dokter het verhaal met poppen na. Ze pakken de poppetjes bij hun nekjes of stoppen hun handen in de wrekende fauteuils en geven stem aan mensen, dieren en dingen.

Mirjam Koen deed de eindregie. Huub Laurens filmt het spel, dat groot geprojecteerd te zien is. Op de achtergrond klinkt de muziek van Ravel. Over de zangpartijen heen spreken de spelers de Nederlandse teksten. Het kind ervaart uiteindelijk dat je alleen blijft als je van niets of niemand houdt. Wat wil je nog meer?

Foto: Mirthe Dokter