Overweldigend, intens, overdonderend. Voor het werk van Romeo Castellucci wordt zelden in minder dan de overtreffende trap geschreven. De Italiaanse theatermaker, scenograaf, lichtontwerper en meer Romeo Castellucci is een met regelmaat terugkerende gast op het Holland Festival (van onder andere Genesi, from the museum of sleep in 1999 tot Democrazy in America in 2017). Dit jaar is hij te zien met Bros.

Bros is net als al het werk van Castellucci niet voor luie toeschouwers. Het is theater met een oersterke beeldtaal waarin hij iconische beelden provocerend uit hun context trekt, theaterconventies fileert, het lichaam uitdaagt en het uithoudingsvermogen test. Van makers én van toeschouwers.

Wie zoekt naar een coherente vertelling is bij Castellucci aan het verkeerde adres. Hij maalt niet om expliciete invulling met personages of misleidende duidelijkheid in dialogen. Zijn voorstellingen zijn voorstellingen van taal in beeld en het begrijpen via de ervaring. Zo ook in Bros. De woorden die Castellucci hier gebruikt vormen uitspraken die soms op zichzelf staan, een metafoor vormen, of louter door klank een betekenis oproepen. Probeer ze niet allemaal te begrijpen. Het beeld overheerst.

Een hard geluid treedt je al bij binnenkomst tegemoet. Op toneel een paar schijnwerpers, stoelen en twee ratelend draaiende militaire moordmachines met de loop naar de zaal. Het trekt je onmiddellijk in een sombere stemming. Als het zaallicht dooft gaat het schieten nog even door, tot het wegebt en plaatsmaakt voor stilte en het tjirpen van een vogel. Een oude man in wit gewaad met tak in de hand strompelt op en steekt van wal. Xylofoongetokkel klinkt, het geluid zwelt dan geleidelijk aan tot dreigend lawaai van vogels. Met vinger geheven naar de hemel orakelt de grijsaard er op los.

Wat hij zegt is niet te volgen. De 82-jarige Roemeense acteur Valer Dellakeza is, pratend in zijn eigen taal, de gedroomde Jeremia, de oudtestamentische ziener uit wiens spreken een werkwoord is ontstaan: jeremiëren. Het klagen over het onheil dat staat te gebeuren. Jeremia’s boodschap is ook bij Castellucci een waarschuwing. Waartegen is niet in één zin te vatten. Geweld? Onrechtvaardigheid? Ondergang van de wereld? Geleidelijk ontrolt de voorstelling zich met beelden van die waarheid: dat gewone mensen in staat zijn tot onberedeneerde wreedheid.

Drieëntwintig mannen in gedateerd ogende politie-uniformen met wapenstok en pet bewegen als collectief of afzonderlijk over toneel. Ze krijgen hun instructies via een oortje. Solo of in samenspel, gechoreografeerd in esthetische vorm of met ruwe handelingen. Geen psychologie van personages maar machinale uitvoering van de opdrachten die ze willoos lijken uit te voeren.

Op drie acteurs na zijn de mannen lokaal gerekruteerde vrijwilligers. Castellucci werkt vaker met vrijwilligers die geen acteerervaring hebben. In Bros voel je die vervreemding. Het is onmogelijk mee te leven met de personages, maar wat zouden deze echte mannen nu ervaren? De gruwelijkheden die de mannen gevraagd wordt uit te voeren, leiden tot ethische vragen. Het ontroert als ze in een serie op toneel geschoven foto’s een saluut brengen aan de afbeelding van toneelschrijver Samuel Beckett. Het vervreemdt als ze in aanbidding buigen voor een esoterisch uitziende pop. Maar je verstijft totaal bij de eindeloze marteling van een naakte man die valt en opstaat en valt en opstaat… tot hij niet meer kan.

De intrigerende groepsformaties, de wonderbaarlijke technologische machinerieën en de vaak prachtig uitgevoerde muziekscores van Scott Gibbons leggen een esthetische laag over de handelingen. Het oogt soms wonderschoon. Maar tegelijk versterken ze de ethische vraag die dat oproept. Of het nu de choreografie van heftig schokkende politielijven, het ritmisch kletteren van wapenstokken of de melodisch klinkende symfonie van schietende pistolen is. Hoe kan een gruwelijke boodschap vorm krijgen in schoonheid? Castellucci slaagt er wonderwel in.

Verwijzend naar komisch acteur Buster Keaton maakte Castellucci met Buster een ‘komedie over de rol van acteurs die hun lichaam lenen aan acties die niet de hunne zijn’. Met Bros stelt Castellucci nu dezelfde vraag. Het lichaam gehuld in uniform is het symbool van rechtshandhaving maar even zo goed verworden tot het symbool van machtswellust. De grauwe realiteit die de voorstelling laat zien is dat eenieder die in het uniform kruipt dat kan ervaren. En wetend dat het vrijwilligers zijn die er staan is dat wat tijdens de voorstelling vaak door het hoofd schiet. Wat zouden ze doen als dit werkelijkheid was?

Bros is een confronterende voorstelling in een beeldtaal die intrigeert en tegelijk vragen oproept. Sterke beelden, harde, onontkoombare en aangrijpende beelden. Als in het laatste deel van de voorstelling de onschuld in de vorm van de jeugd nog ten tonele komt is er even een sprankje hoop. Maar ook deze moet eraan geloven. Dat beeld zal beklijven.

Foto: Luca del Pia