In Uso umano di esseri umani (menselijk gebruik van menselijke wezens) ontleedt Castellucci het fenomeen theater aan de hand van een oefening met een kunstmatige taal. Het is een intrigerend ritueel, maar zeker niet het interessantste werk van deze wereldregisseur.

Ver uit het centrum van Brussel ligt de Pyramide, een merkwaardig gebouw met een schuin aflopend dak tot de straat; een residentieplek voor ontwerpers, uitvinders en onderzoekers met verschillende achtergronden, zowel sociaal als artistiek. Het is de locatie die regisseur Romeo Castellucci heeft uitgekozen voor de Brusselse versie van Uso umano di esseri umani . Met een extra dekentje in de hand begeeft de groep toeschouwers zich naar de catacomben van het gebouw, alwaar het onthaald wordt door drie figuren in witte ontsmettingspakken en gasmaskers. In de ruimte hangt een buitengewoon doordingende amoniacgeur, die verwijst naar de geur van lijkenwas.

De drie verplaatsen een grote rond schijf; een versie van de tekening die ook de programmafolder aangeeft. Daarop zien we uitgetekend de opzet van de Lingua Generalissima, een taal die Castellucci’s zus Claudia Castellucci in 1985 ontwikkelde en die zich in vier fasen steeds verder abstraheert. Die vier fasen zijn uitgeschreven in een circel met verschillende schillen. In de binnenste schil kent de taal slechts vier woorden; blok, meteore, agon en apotheme. In Uso umano di esseri umani draait het allemaal om het onderzoek met die taal.

In de kale betonnen ruimte onderin de Pyramide vindt een merkwaardig ritueel plaats, waarin ook twee paar halve paardenbenen en een luid gehinnik een rol spelen. Daarna wordt het publiek naar de ruimte met ‘het lijk’ geleid. Die tweede ruimte blijkt een skatehol en ligt vol met skateramps, functioneel ingezet als decor. Midden in die ruimte zet Castellucci twee acteurs in pak en stropdas, ze spelen de wederopstanding van Lazarus na, inclusief de gebaren die daarbij horen. Op de achtergond wordt dat nog eens bevestigd door een levensgrote nabootsing van het fresco van Giotto. Maar de Lazarus van Castellucci wil niet leven en verkiest de dood. In vier delen wordt de scène herhaald in woorden die dankzij hun abstractie steeds meer betekenis verliezen. En zo kan het, dat de laatste scène vooral veel weg heeft van een prevelend gebed.

Castellucci eindigt zijn exercitie met een rituele processie waarin het lichaam van Jezus door locale vrijwilligers wordt weggedragen op de ronde schijf. Vrijwilligers, kinderen zowel als ouderen, die tussen de eerdere scènes door gerichte en soms absurde opdrachten hadden. Het is een werkwijze die Castellucci wel vaker hanteert. Zo liet hij in het fenomenale On the concept of face, regarding the son of god een groep kinderen waterbommen werpen naar het levensgrote schilderij van Jezus en voerde hij zijn eigen zes kinderen op in de voorstelling Genesis.

Samen met het lijk belanden we ten slotte in de eerste ruimte waar de Russische keelzangers van Phurpa een sjamanistische Tibetaans afscheidsritueel opvoeren. Intrigerend zijn Castellucci’s keuzes altijd en met zijn sterke en mysterieuze beeldentaal weet hij de toeschouwer wel te grijpen. Maar het is allemaal erg bedacht deze keer. De catacomben van de Pyramide konden het rijk der doden maar magertjes vertegenwoordigen.

De Nederlandse première is op 22 mei op SPRING Performing Arts Festival in Utrecht.