Tijdens zijn inleidende toespraak bij de presentatie van het door hem geïnitieerde Blockbusterfonds, pleitte Joop van den Ende maandagmiddag in het DeLaMar Theater opnieuw voor het instellen van een gezichtsbepalende vertegenwoordiger namens de podiumkunsten.

‘De politiek staat momenteel dwars op de kunst, we zullen ten strijde moeten trekken,’ riep hij zijn gehoor op. Net als vorig jaar in zijn Staat van het Theater sprak Van den Ende de wens uit dat de theaterwereld met één stem gaat spreken en daarmee haar onderhandelingspositie jegens de overheid versterkt. Het feit dat de sportwereld geen last heeft van de bezuinigingen schreef hij toe aan Erica Terpstra die als vertegenwoordiger van de sport in Nederland zowel draagvlak bij het publiek als bij de overheid wist te creëren.

Door de inleider van de voorlichtingsbijeenkomst, Clairy Polak, gevraagd of hij voor die functie ook personen op het oog had, suggereerde Van den Ende dat mensen als Job Cohen of Femke Halsema hier zeer geschikt voor zouden zijn. Zij zouden met een kleine organisatie van twee tot drie mensen de podiumkunsten op de kaart kunnen zetten, zodat kunst en cultuur na de volgende verkiezingen aan de onderhandelingstafels zouden kunnen plaatsnemen, met betere kaarten dan in het verleden het geval was.