Ons omslagverhaal van deze maand wordt door de foto van Sanne Peper op het omslag al ingeleid: volgens Simon van den Berg is er in het toneel sprake van een ‘nieuw utopisme’. Theatermakers kweken groente, bouwen nieuwe steden, luisteren naar utopische speeches of stichten een nieuwe samenleving. Van den Berg vraagt zich af waar deze drang naar een betere wereld ineens vandaan komt. En hoe dit nieuwe utopisme zich verhoudt tot de diepgewortelde ironie die de huidige generatie theatermakers kenmerkt.

Een personage dat door de jaren heen regelmatig tijdens redactievergaderingen ter sprake komt is de toeschouwer. De toeschouwer is de laatste en onmisbare schakel in het tot stand komen van een theatervoorstelling maar blijft een grote onbekende. Die onbekende een gezicht geven was een wens die al jaren bij ons leefde. Voor dit nummer is Wijbrand Schaap op bezoek gegaan bij een Utrechtse toeschouwersfamilie en dat heeft een verhaal opgeleverd dat even informatief is als onthullend.

Een bijdrage die de aandacht trekt is het verhaal dat Max Arian maakte met Lotte de Beer. De Beer won enkele jaren geleden de Ton Lutz Prijs als beste afstuderende regisseur. Dat zij die prijs won was opmerkelijk omdat ze de eerste student was die zich specialiseerde in opera. De Beer is nu al veelgevraagd in binnen- en buitenland. Maar ze wil meer: een jonger publiek bereiken en de opera van de eenentwintigste eeuw helpen ontwikkelen. Daarom begon ze met twee ontwerpers en een zakelijk leider het Nieuw Nederlands Operafront.

Ook theatermaker Ilay den Boer mag in dit nummer niet ontbreken. Hij realiseerde de afgelopen seizoenen vijf voorstellingen onder de noemer Het beloofde feest. In elke voorstelling zette hij een van zijn familieleden centraal, vader, moeder, oma, opa en broer. De laatste dans is de apotheose van de reeks en brengt alle personages uit de eerdere voorstellingen bijeen.

Jan Zoet verkast van Rotterdam naar Amsterdam, van directeur Schouwburg naar directeur Theaterschool. Hij geeft aan zijn opvolger Ellen Walraven een gebouw door dat sinds zijn komst aan identiteit heeft gewonnen. Op verzoek van Theatermaker kijkt hij nog één keer om.

En er valt nog veel meer te lezen in deze uitgave. Toneelschrijver Jibbe Willems kijkt vooruit naar een Beckettweek in Amsterdam, Moos van den Broek schrijft over de remake van What the body does not remember van Wim Vandekeybus, Brechtje Zwaneveld sprak Liesbeth Coltof en Erica van Eeghen over de strijd die De Toneelmakerij voerde om het subsidieverlies ongedaan te maken en Robbert van Heuven kreeg de leiders van alle BIS-gezelschappen bij elkaar om de gevolgen van het nieuwe Kunstenplan onder de loep te nemen. Anouk Leeuwerink debuteert met een bijdrage over het theaterfeuilleton Orde van de Dag, Jules, Vincent en Niels Croiset zijn onze theaterfamilie van de maand, geïnterviewd door Joke Beeckmans.

En verder onder meer: Columns van Hans Kemna, Oscar Kocken, Wendell Jaspers, een kritiek van Misdaad en straf en de premièreagenda van april.