‘Na de verkiezingen staat voor de PvdA reparatie van talentontwikkeling met stip bovenaan.’ Dat verklaarde Jetta Klijnsma, nummer twee op de verkiezingslijst van de PvdA, maandag 10 september in de Toneelschuur in Haarlem tijdens een overleg met vertegenwoordigers van kunst en cultuur.

Onder leiding van Jet de Ranitz, voorzitter van Kunsten ’92, mochten vier jonge en een oudere kunstenaar een toelichting geven op hun kunstpraktijk en de verwachtingen die ze daarbij hebben van de overheid. Vervolgens werd de zaal in de gelegenheid gesteld zich tot Klijnsma te richten.

Inzet van de bijeenkomst was de wens van Klijnsma om in overleg met het kunstveld na de verkiezingen te komen tot een beter op het veld toegesneden beleid. Want overleg met het veld, daar had de nu demissionaire regering geen zin in, aldus Klijnsma. Een onbegrijpelijke zaak.

Onder de aanwezigen bevonden zich verschillende vertegenwoordigers van productiehuizen en de directeur van het Fonds Podiumkunsten, George Lawson.  Toneelschuur-directeur Frans Lommerse gaf Klijnsma nog eens mee hoe belangrijk het is dat een aantal over het land gespreide productiehuizen de talentontwikkelingsfunctie kunnen blijven uitoefenen. De opvatting dat grote instellingen die voor hun rekening kunnen nemen is een misvatting.

De hoofdredacteur van TM en Theaterkrant, Constant Meijers, vroeg Klijnsma bij reparaties ook rekening te houden met de kunstvaktijdschriften in Nederland, die als gevolg van het beleid van staatssecretaris Halbe Zijlstra noch bij de centrale overheid noch bij het Fonds Podiumkunsten subsidie mogen aanvragen en als gevolg daarvan in zwaar weer zijn beland.