Als twee fraai formulerende mensen een briefwisseling beginnen, doen zij dat (vrijwel) nooit met het vooropgestelde plan om er een boek van te maken. Dat lag anders bij cabaretiers Paul van Vliet en Claudia de Breij. Begin 2022 stelde Van Vliet aan zijn veertig jaar jongere collega voor om een briefwisseling aan te gaan over het leven en het vak en het resultaat te bundelen. Alsof de 87-jarige nog één keer van zich wilde laten horen. Of, zoals hij schrijft: ‘Dan heb ik weer wat te doen.’

De Breij hoefde er niet lang over na te denken, ook al was ze druk bezig met haar derde oudejaarsvoorstelling. De twee cabaretiers zijn beiden ambassadeur van UNICEF en kennen elkaar redelijk goed. Toch wist De Breij niet dat Van Vliet tijdens de brievenserie al doodziek was. Maar dat was geheel volgens de mantra van zijn opvoeding: ‘niet huilen, niet zeuren, nooit moe, nooit ziek’.

De Breij voelt zich achteraf ongemakkelijk dat ze, terwijl haar schrijfvriend ziek was, zo uitgebreid heeft geschreven over de Oekraïense vluchtelingen die zij in huis had genomen en waar veel medische malheur mee was. Toch is dat een verhelderend stuk, omdat het veel over de mentaliteit van De Breij zegt, hetgeen we ook terugzagen in haar oudejaarsconference die werd afgesloten door de uitgeweken Russische danseres Olga Smirnova.

Van Vliet en De Breij nemen geen blad voor de mond en laten in hun ziel kijken. Echt kwaad wordt Van Vliet als hij schrijft dat hij die ‘roddelkonten, wappies, wokies, juicetrutten en querulanten van Ongehoord Nederland en Forum voor Democratie’ weleens mee had willen nemen op een van zijn UNICEF-reizen. ‘Ik zou ze laten kennismaken met de absolute onderkant van het bestaansminimum. Misschien dat ze daarna een beetje anders zouden gaan denken. Iets minder schreeuwen over hun Recht als vrije Nederlander, de meeste misbruikte slogan van de afgelopen tien jaar.’

Toch zal hun openheid, wellicht onbedoeld en ongemerkt, enigszins zijn begrensd, omdat vooraf al duidelijk was dat een groot publiek zou gaan meelezen. Als de twee elkaar onbevangen en onbespied in het café zouden hebben gesproken, zou Van Vliet waarschijnlijk wat meer hebben verteld over zijn amoureuze verleden. Nu schrijft hij: ‘Verder wil ik het zelf niet hebben over mijn ‘looks’ en de bijverschijnselen daarvan met vrouwen.’

In het kader van de oprichting van de denkbeeldige ‘Breij/Vliet kleinkunstopleiding’ stellen ze een lijst met tips voor aankomende cabaretiers samen. De adviezen van Van Vliet luiden onder meer: Je paniek berust vaak op gedachten, niet op feiten. Gebruik de zegen van het echec en de crisis als kans. Je mag op het toneel pas gek gaan zitten of lopen als je gewóón kunt staan. En: Never answer the critics.

Dat laatste advies is heel verstandig, want noch de journalist, noch de artiest schiet er wat mee op, als er heen en weer gekibbeld wordt. Schrijver dezes kan echter uit zijn Volkskrant-tijd melden dat Van Vliet zich niet altijd aan zijn eigen advies heeft gehouden. Er zat meer gif in the gentleman Van Vliet dan op het podium voor het publiek zichtbaar was.

Van Vliet en De Breij verkwisten het papier niet aan gebabbel. De Breij kraakt harde noten over de regie-aanpak van Ivo van Hove, die zich vooral richt op mannenproblematiek, en Van Vliet beseft dat een deel van zijn repertoire gedateerd is, want ‘de Meisjes van dertien slikken nu de pil en kleden zich uit door de webcam en Veilig achterop bij vader op de fiets is met het verdubbelde aantal fietsongelukken op de fietspaden ook niet meer actueel.’

Ze maken interessante opmerkingen over de impact van kritiek, optimisme op het podium uitstralen, ook al ziet de wereld er asgrauw uit, goede voorstellingen spelen als er zich onheil in de persoonlijke sfeer heeft voorgedaan en de nog immer ondergeschikte rol van vrouwen in de cabaretwereld.

Het boekje is een mooie aanvulling op wat we weten van Van Vliet en De Breij. Het is alleen erg jammer dat het door de dood van Paul van Vliet in april van dit jaar, ondanks het mooie woord vooraf en indrukwekkende nawoord van Claudia de Breij, een te dun boekje is geworden. Ze waren namelijk lekker op dreef en nog lang niet uitgeschreven.

Claudia de Breij en Paul van Vliet: In de kantlijn van de tijd. Een vriendschap in brieven is uitgegeven bij Balans, 125 pagina’s, 15 euro. Foto: Guus Schoonewille