Er komt een nieuw steunpakket van 482 miljoen euro voor de culturele sector. De steun is onderdeel van een breder pakket voor het door de coronacrisis getroffen bedrijfsleven en komt bovenop de 300 miljoen die eerder als noodhulp werd gegeven. 

Van de 482 miljoen euro is 200 miljoen bedoeld voor een nieuw cultuur specifiek coronasteunpakket, lopend tot 1 juli 2021. Het geld zal naar culturele instellingen gaan die ‘van cruciaal belang zijn voor de landelijke infrastructuur, maar ook naar kunstenaars en creatieve professionals’. De exacte invulling moet nog worden uitgewerkt. Daarnaast wordt 68 miljoen euro voorzien voor schade die gemeenten en provincies hebben opgelopen. De gemeenten krijgen ook 150 miljoen om ‘cruciale lokale culturele infrastructuur’ te ondersteunen.

14 miljoen wordt gereserveerd voor zes maanden overbruggingssubsidie aan instellingen die nu nog subsidie krijgen via de Basisinfrastructuur van het Rijk (BIS) of het Fonds Podiumkunsten, maar in het nieuwe kunstenplan 2021-2024 niet meer, ondanks een positieve beoordeling. In de 482 miljoen zit geen bijdrage voor het redden van alle afgevallen, maar positief beoordeelde instellingen bij het Fonds Podiumkunsten (de zogenoemde B-lijst) in het komende kunstenplan. Daar is jaarlijks 15,8 miljoen extra voor nodig. ‘Dat is geen coronavraagstuk’ zegt Minister Van Engelshoven in NRC. ‘We zijn er heel serieus naar aan het kijken, maar het is een onderwerp voor Prinsjesdag.’

Het overige bedrag is bedoeld voor musea, kunstcollecties, erfgoed en de filmsector.

Het nieuwe steunpakket voor cultuur komt bovenop de algemene steunmaatregelen voor de eerste helft van 2021 zoals de tegemoetkoming vaste lasten (TVL), loonsubsidie (NOW) en de inkomensondersteuning voor zzp’ers (TOZO).