Theater- en opera-intendant Gerard Mortier, geboren te Gent in 1943, is op zeventigjarige leeftijd te Brussel overleden.

Na zijn studies Rechten en Communicatiewetenschap in zijn geboortestad Gent engageerde Gerard Mortier zich in het Festival Van Vlaanderen (1968-1972) als assistent van toenmalig directeur Jan Briers. Hij groeide snel door in het internationale circuit als hoofd van de artistieke planning bij Christoph von Dohnanyi en Rolf Liebermann, in de operahuizen van Düsseldorf (1972-1973), Hamburg (1973-1977), Frankfurt (1977-1979) en Parijs (1979-1981). Zijn eerste functie als algemeen directeur bekleedde hij in Brussel.

In 1981 werd hij aangesteld in de Munt in Brussel en heeft hij dit huis opnieuw op de kaart gezet. Door een gedurfde programmering, door een samenwerking met grote theatermakers met de bedoeling opera ook als theatervorm te herwaarderen, door een bewuste keuze voor een doordachte, consequente dramaturgische lijn met een klemtoon op de relevantie van het grote repertoire voor onze tijd, door een keuze voor het verjongen van het genre door opdrachten te geven aan hedendaagse componisten met gevoel voor opera, door verhoging van de artistieke kwaliteiten van het huis via een vernieuwing van orkest en koor en door het engageren van grote dirigenten met dramatische inzichten, door een grote aandacht voor de homogeniteit van de vocale bezetting met doorgaans jonge zangers, en niet in het minst door het inblazen van een enorm enthousiasme dat elke voorstelling tot een belevenis maakte, heeft hij het genre van de opera een nieuwe dynamiek gegeven die onheilstijdingen als ‘de opera is dood’ uit de jaren ’60 radicaal naar de prullenmand verwees.

Vanwege van zijn successen in de Munt werd Gerard Mortier in 1992 uitgenodigd om de artistieke leiding van de Salzburger Festspiele op zich te nemen. Ook hier liet hij een nieuwe wind waaien en schuwde hij de controverse niet. Niet alleen verjongde hij het publiek, maar door zijn repertoirekeuze bereidde hij het festival voor op de 21ste eeuw. Na Salzburg volgde de RuhrTriennale, waarvan hij de eerste intendant werd (2002-2004). Daarna werd hij directeur van de  prestigieuze Opéra de Paris (2004-2009). Na een mislukt avontuur met de New York City Opera, waar zijn plannen vanwege financiële restricties nooit van de grond kwamen, werd hij benoemd tot artistiek directeur van het Madrileense operahuis Teatro Real, waar hij tot voor kort, toen bij hem een agressieve kanker werd vastgesteld, aan het werk was.