Vorige week woensdag opende in ITA de zevende editie van Lieve Stad, het festival dat vernoemd is naar de woorden uit de afscheidsbrief van oud-burgemeester Eberhard van der Laan. Het festival maakt de ambitie waar om tien dagen feest te bouwen, waar iedereen welkom is en waar theater, muziek en andere kunst uit alle hoeken van de stad te bewonderen is.

Met Amsterdam als inspiratiebron is een festival neergezet dat de dynamiek van de grote stad zal weerspiegelen. Amsterdam heeft vele gezichten en is kleurrijk met zijn 180 nationaliteiten. Minstens zo kleurrijk is het programma, zie ik al bladerend in het festivalkrantje midden in de roze en paars verlichte foyer van de stadsschouwburg, waar ik zelden zo’n gemêleerd publiek zag.

De opening van het festival, gecureerd door de broers Guillaume en Ghamte Schmidt, verrast met muzikale en poëtische acts van artiesten veelal afkomstig uit Amsterdam-Zuidoost. Hierdoor alleen al ondergaat de schouwburg een soort gedaanteverwisseling. Met een aanstekelijk plezier en met het gemak van een hiphop-artiest praat onze host, Jennifer Muntslag, alle acts aan elkaar. Ze vertelt, rapt bijna, hoe dope de artiesten zijn, maar ook hoe belangrijk kunst is, want voedsel voor de geest, het schuurt en inspireert, een feest van spiegelen en refleccen.

‘Wij zijn binnen en we zijn veilig. Buiten is het rauw en wordt het steeds rauwer.’ Ondergetekende kan erover meepraten, na dezelfde ochtend nog op de drukke Stadhouderskade te zijn geschept door een e-bike. Maar dankzij spoken-word artiest NOELL3 met haar poëzie over sisterhood, het pianospel van diva Djuwa Mroivili en de opzwepende Caraïbische muziek van het combotrio vergeet ik mijn gebroken arm en het rode pluche in de schouwburg.

Op deze feestelijke opening volgt de Frascati/Suburbia-voorstelling OSSO, die vorig jaar in première ging in regie van Priscilla Vaudelle. De muzikaal en met veel humor vormgegeven voorstelling – over een gebroken gezin dit keer – sluit goed aan op de openingsacts. Stuk voor stuk bespiegelingen van de mentale staat van de stad, het motto van het festival. Met spel, zang én dans brengen de zeer getalenteerde spelers persoonlijke en herkenbare thema’s zoals identiteit, ambitie en eenzaamheid, over het voetlicht, evenals de behoefte aan contact en verbinding. Veel bezoekers zullen zich herkennen in de worsteling van de personages in deze huiskamerkomedie, want ‘Wij zijn de stad, de stad zijn wij’ om te spreken met de woorden van onze host.

In Theater de Meervaart, waar ik me een paar dagen later mag onderdompelen in het Holi Festival of Colors, zie ik weer een heel ander publiek. Vooral de Indiase gemeenschap is afgekomen op het Holi-fest, de viering van de lente, het goede boven het kwade en de boodschap dat we allemaal gelijk zijn. Wat dat betreft een passend onderdeel van dit lieve stad festival. De foyer is wederom roze en paars verlicht, een logische kleurkeuze overigens daar paars de kleur van solidariteit is.

Zangers zoals Moumita Biswas en Berry Damri – voor mij onbekend, maar zeker niet voor het overgrote deel van de bezoekers – zullen in een ruim twee uur durend concert typische Holi-liedjes en bekende Bollywood-nummers over het voetlicht brengen. Het is interessant om eens mee te maken, maar ik ervaar ook een zekere mismatch. Ik blijf een buitenstaander daar ik het Hindoestaans van de presentator niet kan volgen. De Indiase artiesten maken ook geen contact met het publiek, maar blijven als kartonnen poppetjes op afstand meer gericht op de muziekstandaard dan op ons. Plus dat het geluid zo hard staat dat ik liever de handen voor mijn oren houd.

Aan de andere kant geeft deze Indiase traditie net zo goed kleur aan het festival en aan onze lieve stad Amsterdam. En dat is het belangrijkste. In de pauze kan ik even op adem komen en onder het genot van een Indiase ‘bara’ boven in het theater mijn hart nog even ophalen aan de expositie over 50 jaar hiphop met illustraties van Marco van Bijsteren (maam) van hiphop-iconen zoals Lauryn Hill, Kendrick Lamar en Tupac Shakur.

En als ik het programmablad weer opensla om te kijken wat er deze week verder nog te beleven valt in Festival de Lieve Stad, voel ik me als een kind in een snoepwinkel. Ik kan mezelf ontmoeten in de workshop ‘Ik ontmoet mij’ van Female Economy of ik ga verderop in de week mezelf spiegelen aan heel iemand anders in de Living Library. Of menselijke diversiteit en veerkracht vieren met echte verhalen van echte mensen in de voorstelling Los, een samenwerking van Roads, Elwerk en de Theaterhuiskamer. Of de in mijn ogen ultra-dynamische voorstelling Fire will become ashes, but not now een mix van beatbox, dans en theater van Pitcho Womba Konga en Mike van Alfen.

Foto: Internationaal Theater Amsterdam