In de vierdelige serie ‘Onvermijdelijke gesprekken over kunst en de wereld’ proberen initiatiefnemers Frascati, NRC Handelsblad, Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond en de Boekmanstichting de relatie tussen kunst en de wereld op niet-beleidsmatige gronden te bespreken en ruimte te scheppen voor een nieuwe taal over de waarde van kunst. De derde editie had als titel: ‘Kunst en de fluïde stad’ en vond op 14 maart plaats in Frascati in Amsterdam.

Net als bij eerdere edities werd het gesprek geleid door Ann Demeester, met deze keer aan tafel Lotte van den Berg (theatermaker), Erwin Jans (dramaturg bij Toneelhuis in Antwerpen en auteur van het essay ‘Hoeveel stad verdraagt de kunst’, dat de inspiratie vormde voor deze editie) en Eric Corijn (emeritus-hoogleraar sociale en culturele geografie aan de Vrije Universiteit Brussel). De belangrijkste vragen van de avond waren de volgende: Wat zijn de belangrijkste grootstedelijke ontwikkelingen? Wat is de impact hiervan op de kunsten? En hoe kan het theater een rol spelen in de toekomstige stad?

Eric Corijn opende met een analyse van de situatie en beschreef de revolutionaire omwenteling waarin we ons momenteel bevinden. Vanaf de negentiende eeuw heeft de focus gelegen op nationale identiteiten. Centraal stond daarbij datgene wat de inwoners van een land gemeenschappelijk hebben. Juist die focus zit nu in de weg bij het begrijpen van wat steden zijn en welke problemen er spelen. Corijn: ‘We bekijken steden als onderdeel van een land, maar dat is onjuist. In de stad leeft men niet op basis van wat men gemeenschappelijk heeft, maar op basis van verschil.’ De stad is een smeltkroes van zoveel verschillende mensen, culturen, religies en denkbeelden dat het geen zin heeft te zoeken naar het gemeenschappelijke; we moeten juist samenleven op basis van verschil.

Het gesprek zocht vervolgens naar de plek die het theater in die stad zou moeten hebben. Alle sprekers zagen een rol voor de kunst om ruimte te geven aan die fundamentele situatie van verschil. Van den Berg: ‘Kunst moet het conflict de ruimte geven zonder het op te lossen.’ Dit had ook de beschrijving van de sfeer van de avond kunnen zijn: de diversiteit van de sprekers zorgde voor een bevlogen gesprek.

Corijn signaleerde dat er te weinig kunstenaars zijn die zich echt op de stedelijke problematiek storten. Corijn: ‘Er is een gebrek aan verbeeldingskracht en symboliek. Dat zou de kunst op moeten vullen, maar ze neemt haar verantwoordelijkheid niet!’ Geagiteerd plaatste Van den Berg daar het perspectief van de kunstenaar tegenover. Volgens haar bestaan er juist vele kunstenaarsinitiatieven die zich tot stedelijkheid verhouden, waaronder haar eigen Building Conversation: ‘Voor mijn project zoek ik naar het maken van een lege ruimte waarin extreme conflicten kunnen bestaan en worden bekeken, zonder dat ze hoeven worden opgelost.’

We kunnen een samenleving op basis van deze onverenigbare verschillen opbouwen door mensen ervan bewust te maken dat ze niet een vaste identiteit hebben, maar meerdere rollen waartussen ze kunnen wisselen. Zo kan een strenggelovige tegelijkertijd ook een burger zijn. Kunst kan de brug slaan. Jans: ‘Kunst kan de gemeenschappelijke term zijn waardoor mensen met onoverkomelijke verschillen toch met elkaar kunnen praten.’

De vierde en laatste editie van deze debatserie vindt plaats op maandag 23 mei.

Foto Lotte van den Berg, Erwin Jans, Eric Corijn, Ann Demeester: Jan Boeve