Danser en choreograaf Jaap Flier is vrijdag op 88-jarige leeftijd overleden. Flier was een van de sterdansers van Het Nederlands Ballet en mede-oprichter van Het Nederlands Dans Theater.

Jaap Flier (1934 -2022) is van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van de moderne danskunst in binnen- en buitenland. Hij begon zijn carrière echter als succesvol klassiek balletdanser, volgens velen zelfs de allerbeste die Nederland ooit heeft gehad. Hij studeerde bij Sonia Gaskell en debuteerde in 1950 bij haar Ballet Recital, dat later opging in Het Nederlands Ballet (en nog later Het Nationale Ballet). Hier danste hij een klassiek repertoire en vormde samen met Marianna Hilarides, die in 2015 overleed, het sterduo van het gezelschap.

Gaskell bood ook jonge dansers de gelegenheid eigen werk te maken en zo schreef Flier in 1955 zijn eerste ballet: The Trial. Eind jaren vijftig ontstond er onvrede over Gaskells leiding, de dansers wilden onder meer een moderner en persoonlijker repertoire. Aanvankelijk zonder geld richtte Flier, samen met zijn vrouw Willy de la Bije, Aart Verstegen, Carel Birnie en Benjamin Harkarvy, in 1959 een Haagse afsplitsing op: het Nederlands Dans Theater (NDT). Ook hier werd Flier een van de belangrijkste dansers. In 1961 danste hij samen met Alexandra Radius in een choreografie van Hans van Manen op de trap van het Stedelijk Museum. In 1964 de hoofdrol in De anatomische les van de Amerikaanse choreograaf Glen Tetley.

Flier choreografeerde ook bij het NDT verscheidene balletten, waaronder Nouvelles aventures (1968) op muziek van György Ligeti en Hi-Kyo (1971) op muziek van Kazuo Fukushima. Opvallend was zijn uitzonderlijk oog voor kwaliteit. Het was Flier die Van Manen aangemoedigd had om te gaan choreograferen en hij wist Jiří Kylián als choreograaf naar het NDT te halen.

Van 1973 tot 1975 was Flier directeur van het Australian Dance Theatre en in 1975 en 1976 directeur van de Sydney Dance Company. Daarna keerde hij terug naar Nederland om les te geven. In Amsterdam leidde hij tien jaar de School voor Nieuwe Dansontwikkeling (SNDO). Ook werkte hij mee aan een aantal mime-voorstellingen, onder meer met Luc Boyer en Jeannette van Steen.

Met Boukje Schweigman speelde hij in 2006 nog de voorstelling Grond. Op haar website schrijft Schweigman hoe belangrijk de danser voor haar is geweest in de periode dat ze als jonge maker haar weg zocht in het theaterveld. ‘Hij geloofde erg in mijn werk en stimuleerde me om trouw te blijven aan mijn eigen zoektocht, ook als deze tegen bestaande conventies inging.’ Hij was volgens haar ook ‘eerlijk en genereus’ en ‘een koning van in het moment zijn’, wat hem tot zo’n integere performer maakte.

Flier werd in 1968 geridderd in de Orde van Oranje-Nassau. Cineaste Jullie Dekker maakte in 1996 een documentaire over zijn leven, Jaap Flier solist.

Foto: Marianne Hilarides en Jaap Flier in 1960 bij een VPRO-opname, ANP/Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid