Ruim honderd choreografen verklaren zich solidair met de medewerkers van Jan Fabre die vorige week in een open brief grensoverschrijdend gedrag aankaartten. ‘Wij zullen niet meer de andere kant opkijken’, schrijven ze in een manifest op de site van cultuurmagazine rekto:verso. En ze beloven een collectieve inspanning te doen voor een gezonder arbeidsklimaat. Tot de ondertekenaars behoren onder meer Lisbeth Gruwez, Mette Ingvartsen, Jan Lauwers, Meg Stuart, Sidi Larbi Cherkaoui en Wim Vandekeybus.

Vorige week spraken twintig (voormalige) medewerkers van Jan Fabre zich in een open brief op rekto:verso uit over grensoverschrijdend gedrag binnen Jan Fabres gezelschap Troubleyn, waarvan ze slachtoffers of getuigen waren. De brief eindigt met een oproep tot actie: Wij vragen de artistieke gemeenschap om dit gesprek te ondersteunen en erin te investeren.’

De choreografen laten nu in een brief weten ‘die uitnodiging zeer ter harte te nemen’ en hun ‘volle steun en solidariteit’ te verlenen aan alle performers en werknemers die zich uitgesproken hebben. Te allen tijde willen ze ‘inzetten op werkomstandigheden waarin het welzijn van elke medewerker vóór alles gaat’.

De briefschrijvers staan open voor ‘het idee dat er bij beslissingen over de steun aan artiesten overwegingen gemaakt worden over de ethiek van het werkproces’. Ze willen daarvoor met de regering en met Overleg Kunstorganisaties (oKo) samenwerken aan instrumenten voor de ontwikkeling en ‘meting’ van goede praktijken. Ze stellen alvast een reeks ontmoetingen voor, waarin ze ‘een set van heldere principes voor ethisch verantwoorde creatie ontwikkelen – met conclusies binnen ten laatste zes maand’.

In een andere brief op de website vraagt Gaea Schoeters vandaag aan de Belgische minister van Gelijke Kansen om de subsidies van Troubleyn te herverdelen onder vrouwelijke kunstenaars. ‘Deze discussie draait niet om Jan Fabre, maar enkel om macht. De macht die misbruik mogelijk maakt.’

Foto: Mount Olympus, Troubleyn/Jan Fabre, Sam de Mol