Theatermaker en kunstenaar Jan Fabre is vanochtend door de rechtbank in Antwerpen veroordeeld tot achttien maanden voorwaardelijke gevangenisstraf. In de praktijk komt dat erop neer dat Fabre zijn celstraf niet hoeft uit te zitten, op voorwaarde dat hij de komende vijf jaar geen vergelijkbare feiten begaat. Hij wordt gedurende die periode ook ontzet uit zijn burgerrechten.

Jan Fabre werd beschul­digd van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag tegenover vijf danseressen van zijn gezelschap Troubleyn en de aanranding van de eerbaarheid van een van hen. In totaal hadden elf vrouwen hem aangeklaagd. Op één zaak werd Fabre vrijgesproken, wat betekent dat alle feiten daarvoor – tegenover vijf andere vrouwen – verjaard zijn, omdat ze daardoor niet meer voldoende zouden aansluiten bij de overige feiten.

An-Sofie Raes, een van de advocaten van de danseressen, noemt de uitspraak in de Vlaamse krant De Standaard een ‘belangrijke erkenning en mijlpaal, niet alleen voor de moedige dames die hebben getuigd in deze zaak, maar ook voor andere slachtoffers die zich misschien afvragen of dergelijk gedrag wel strafbaar is. Het antwoord van de rechtbank is resoluut ja.’ Ze hoopt dat het vonnis meer mensen ertoe beweegt naar politie en justitie te stappen.

De zaak kwam aan het rollen toen Fabre in 2018 tegenover de Vlaamse omroep VRT stelde dat er bij zijn gezelschap Troubleyn in veertig jaar tijd ‘nooit een probleem’ is geweest als het gaat om grensoverschrijdend gedrag. Twintig (voormalig) medewerkers en stagiairs van het gezelschap publiceerden daarop een open brief in rekto:verso, waarin ze onder meer spraken van ‘vele verwarrende psychologische spelletjes’ bij het gezelschap. ‘In en rond de repetitiezaal van Troubleyn is vernedering dagelijkse kost.’ Naar aanleiding van de brief werd door de correctionele rechtbank van Antwerpen een onderzoek gestart.

In maart dit jaar ving het proces tegen Fabre aan. Elf performers die tussen begin 2000 en september 2018 bij Troubleyn dansten legden belastende verklaringen af. Het openbaar ministerie eiste drie jaar effectieve gevangenisstraf, Fabre’s verdediging pleitte twee weken later op de tweede zittingsdag voor vrijspraak in de zaak.

Net als bij de twee zittingsdagen in maart en april, was Fabre zelf vrijdagochtend niet in de rechtszaal aanwezig tijdens de uitspraak van vonnis.

Foto: Greek Reporter