De Cubaans-Amerikaanse theatermaker Michael Matthews (1958-1996) lijkt dezer dagen eindelijk bredere erkenning te krijgen als theatervernieuwer en buitengewone performer, zo’n drie decennia nadat zijn magnum opus en zwanenzang The Monster Trilogy in de theaters te zien was. Met de heruitgave van de trilogie in tekstvorm kunnen we nu ook ervaren dat Matthews als toneelschrijver niet minder opzienbarend was.

Matthews was een geboren en getogen New Yorker, hij studeerde beeldende kunst, film en theater aan de Temple University in Philadelphia. Het was de liefde die hem in 1984 tot het besluit bracht om zich in Nederland te vestigen – hij werd de partner van Jac Heijer, destijds spraakmakend toneelcriticus met een sterke affiniteit voor vernieuwend en experimenteel theater. Bij de Toneelschuur maakte Matthews zijn eerste voorstellingen onder regie van Rob Malasch, en in het eropvolgende decennium werkte hij aan een zeer groot aantal theaterprojecten en werd hij een fenomeen in het internationale theater.

Heijer en Matthews bleken beiden aids te hebben en Jac Heijer overleed in januari 1991 aan de gevolgen daarvan. Nauwelijks een maand later ging Frank – A Product of Motherless Electrobiology in première, het eerste deel van wat zou uitgroeien tot The Monster Trilogy. Matthews bracht deze monoloog zelf op het podium, geregisseerd door Ton Lutgerink. Deze schrijnende context maakt invoelbaar dat de tekst heftig heen en weer slingert tussen peilloos verdriet, berusting, walging, razernij, sarcasme en galgenhumor.

Dit wil niet zeggen dat Frank een pamflettistisch of activistisch stuk is, integendeel. De term aids valt in de hele tekst welgeteld twee keer. Michaels heeft het opgedragen aan Jac Heijer – en aan Lucille Ball, de legendarische Amerikaanse actrice en tv-ster met een eigen sitcom (I Love Lucy), die in 1989 overleed. Zij blijkt ook de aangesprokene te zijn in een aantal passages van Frank:

Anybody can do anything, but some people can only do some things. I never understood what that meant until now. Oh Lucy, I feel old and perverted. I am Homeless, Sickened and Destitute but somehow happy. Must I finish my story? YES… YES… YES…

Naar mijn idee is dit een indicatie hoezeer Matthews het showbiz-element benadrukt; de ‘zware’ thematiek is verpakt in de vorm van een spetterende theaterrevue, en de tekst zelf lijkt opgebouwd uit een bonte mix van pop- en culturele referenties, citaten, parafraseringen en toespelingen. Voor een deel zullen deze de hedendaagse lezer ontgaan, maar dat hoeft de leeservaring niet in de weg te staan.

Matthews baseerde zijn trilogie op drie 19e-eeuwse gothic-romans waarin drie moderne mythes werden gecreëerd (mede dankzij Hollywood): Frankenstein (1818) van Mary Shelley, Bram Stokers Dracula (1897) en Dr. Jekyll and Mr. Hyde (1886) van Robert Louis Stevenson. In Frank neemt Frankensteins monster zelf het woord over zijn getroebleerde bestaan. Net als in Shelley’s voorbeeld laat deze zich kennen als een zachtmoedig wezen, hevig lijdend onder zijn isolatie en hunkerend naar vriendschap, liefde en de geborgenheid van een familie. Ieder poging om in contact te komen met mensen leidt tot angst, vijandigheid en afwijzing bij de anderen.

Het monster begrijpt dat dit geheel en al te wijten is aan zijn voorkomen. Dit was ook al de reactie van zijn schepper, Dr. Frankenstein, die hij als zijn vader beschouwt, maar die hem het liefst zou willen vernietigen. Hij onderneemt een laatste poging om zijn schepper te dwingen om een compagnon voor hem te creëren, waarmee hij belooft te zullen vertrekken naar een ver oord (Argentinië!) om daar niemand verder tot last te zijn – zo niet, dan zal hij zijn woede niet langer kunnen bedwingen…

HI DAD I’M HOME (stop)… CAN I BORROW THE KEYS TO THE CAR? (stop)… WHAT’S TO EAT? (stop)… DAD, BUILD ME A COMPANION (stop)… There was no response. My less wretched efforts failed. A more drastic course was needed. So desperate was I to meet my Lord and creator that murder seemed logical. MURDER SEEMED LOGICAL… I’m not a monster… Idi Amin was a monster… Hitler was a monster… Walt Disney was a monster. I AM JUST… tired…

In Dracula – Fear is a Man’s Best Friend (1993) wordt de actie verplaatst naar ‘Somewhere in Transylvania’. Dit is het enige deel van de trilogie dat geen monoloog is; er zijn vier personages, maar het blijkt hoofdzakelijk het verhaal van ‘Mike’ te zijn, die vertelt over zijn leven als kunstenaar met aids en zijn besluit om met kunst te stoppen en pizzabezorger te worden. In die hoedanigheid is hij naar het kasteel van Graaf Dracula gelokt… en wordt hij gevangen gehouden – wellicht met zijn eigen instemming.

De overige rollen zijn ondersteunend en wat schimmig, ze lijken soms ziekenverzorgers te zijn, dan weer handlangers van Dracula. Het derde deel van de trilogie, Hyde – or the Strange Clauses of Will (1995), grijpt terug op de vertelling in beide eerdere teksten, waardoor Frank en Dracula in dit deel een gepaste afsluiting krijgen.

Het eerste deel van Hyde draagt de titel ‘Frank Returns’, deel twee heet ‘Pizza Boy’. Als Mr. Hyde in deel drie dan zelf aan het woord komt, begrijp ik dat personage in zekere zin als een synthese van de hoofdpersonen uit Frank en Dracula – het monster is versmolten met zijn bedenker – met daarbij het allesdoordringende besef dat monsters gecreëerd worden door de paniekerige angst en afwijzing van allen in hun omgeving die zichzelf als normaal en gezond beschouwen.

Dat bovenstaande poging om in hoofdlijnen een strekking te schetsen niet direct verhelderend lijkt, heeft alles te maken met Matthews’ onwil om eenduidig te zijn. Hij verkiest de meerduidigheid van de poëzie – zoveel geeft hij al in de opening van Frank te kennen.

What’s wrong with poetry? the lights go on
the lights go out

the beginnings of a simple story lights on, lights out.

a simple story
there is only one subject here. don’t fool yourselves

waste no time
do not search for more when there is less and less all the time this time here. lights on, lights out.

In Dracula vernemen we daarna bij monde van ‘Mike’:

by the way
those of you who are now totally confused Relax
think of everything you hear tonight
as being part of a long poem
you know
like the Iliad or Odyssey
or Beowulf
long poems
about leaving arriving and returning”

En tot slot in Hyde:

Pay attention!

this time pay attention listen and digest
this a long poem
to my horrible but happy existence thus far

Invita Minerva, if you will she will help you
as she has me…

Door de hele trilogie heen wordt het belang van schrijven aan de orde gesteld, de liefde voor taal en vooral poëzie op uiteenlopende manieren bezongen. In de openingsscène van Hyde spreekt de verteller over het verlies van zijn meest gekoesterde bezit: boosaardige buurtkinderen hebben zijn boeken verbrand, een verlies dat hem doet besluiten om zijn autobiografie te schrijven. Een titel daarvoor heeft hij al gevonden, zo laat hij voldaan weten: ‘On Losing My Magnificence’. Maar haast is geboden, er rest hem niet veel tijd. Zoals gezegd zijn alledrie de teksten opgebouwd uit fragmenten van andere verhalen, herinneringen aan herinneringen die als laatste houvast lijken te bieden maar steeds onbetrouwbaarder blijken tot ook de laatste woorden, klanken en beelden wegglippen. In Franks eigen woorden:

Lucy, doesn’t it make perfect sense that poets are the first shot by the old regime and the first to be hung by the new regime. And that mothers remember their children’s first words. And enemies always remember your last. AND that some people say YES when they really mean NO. Words win once again. In the end, at the side of an open grave… SPEECHLESSNESS… Is there anything more beautiful than the sound of words failing sailing suddenly out of reach. But… the choice is not ours, Lucy.

The Monster Trilogy is heruitgegeven door De Nieuwe Toneelbibliotheek (boekje 744), 12,50 euro