Superoma is moe. Ze wil weer een gewone oma te worden. Met kopjes thee en een speculaasje. Dit tot groot ongenoegen van haar kleindochter. Die doet er alles aan om haar superoma terug te krijgen.

Het begin van de voorstelling is even wennen. We kwamen voor een superoma en zien nu een oma die dat niet meer wil zijn. En deze oma is nog zo jong. Toch is het een feestje om naar Tine Cartuyvels te kijken. Naar hoe ze zich terugtrekt in haar huisje met een lesboek vol oude-omazinnetjes, een touwtje uit de brievenbus heeft en een spuitbus met muffe geur niet ongebruikt laat.

Het hele decor (Bibi Trompetter) is verpakt door breiwerk: alle muren en meubels, tot de kruimeldief en de telefoon aan toe. Een breicollectief met leden vanuit verschillende wijken van Amsterdam maakte van oma’s kamer een volledig gestoffeerd woonhol, waar alles wat je aanraakt zacht en pluizig is, in alle zachte kleurtjes die er maar te bedenken zijn.

Gelukkig voor het publiek dat voor een echte Superoma kwam, is er de kleindochter van oma, gespeeld door Lottie de Bruijn. Zij wil weer dat haar oma super wordt. Niet zo suf en saai. Liever weer op jacht naar slechte mensen en het afwenden van rampen. Snuivend, stampend, ratelend en hoteldebotelend verzint ze allerlei manieren om oma uit haar gebreide holletje te krijgen. Het contrast tussen oma en kleinkind is duidelijk, maar De Bruijn is het leukst wanneer ze zich even moet inhouden om haar plannetjes uit te voeren.

Misschien dat een speciaal Italiaans gebakken koekje oma weer super maakt? Er volgt een theatrale bak-act met alle clichés over de Italiaanse keuken. Zonder resultaat. Er is een opzwepende rap-act, die iedereen (3-100 jaar) moeiteloos mee kan zingen. Oma luistert het geamuseerd aan, maar gaat niet om. De kleindochter vermomt zich als welzijnswerker van een welzijnszorggroep met een lange, onverstaanbare naam om achter de drijfveren van oma te komen. Ook zonder resultaat. Oma realiseert zich daarna alleen nog maar meer hoe ze opa mist en laat zich door de gebreide muur troosten wanneer ze naar het al even gebreide portret van opa opkijkt.

Het verhaal, geschreven door Malou de Roy van Zuydewijn, gaat over de tegenstelling tussen avontuur en breien. Tussen heldendom en kruimeldief. Tussen eropuit en binnenblijven. Deze tegenstelling levert leuke scènes op, waarvan die van oma die samenvalt met haar stofnest het langst bijblijven. In de regie van Anne Maike Mertens wordt de tegenstelling telkens net niet op de spits gedreven. Telkens is er nog een dialoog mogelijk. Het einde van het verhaal is wat moeilijker na te vertellen en weinig bevredigend, maar er wordt weer een beroep gedaan op de breisels van het Amsterdamse breicollectief.

Foto: Moon Saris