Al op jonge leeftijd zijn ze bij hun moeder uit huis geplaatst. Met hun vaders hadden ze allebei al geen contact meer. Ze kwamen in meerdere pleeggezinnen terecht. Inmiddels zijn ze allebei in de twintig, en wonen ze samen in Amsterdam. Voor Lost Ladies gingen theatermakers Eva Julia Bervoets en Anna Nijenhuis in gesprek met de zussen Belkiz Bulut en Funda Sevis. Uitgangspunt van dat gesprek: in hoeverre zijn opvoeding en erfelijkheid van belang voor wie je nu bent? Kortom, het aloude debat: nature versus nurture. De gesprekken die ze met de zussen voerden vormen het uitgangspunt van deze theatrale performance.

Al bij binnenkomst in de zaal is een geluidsopname van fragmenten uit die interviews te horen. In de interviews worden de zussen aan de tand gevoeld over hun identiteit: in hoeverre voelen ze zich Turks of Nederlands, hoe belangrijk is het feit dat ze pleegkinderen zijn, hoe is het om je ouders niet te kennen?

De opnames kenmerken zich door een hoge mate van authenticiteit: pijlsnel schieten de gesprekken tussen serieus en hilarisch, er wordt gestruikeld over woorden, gedefinieerd en geherdefinieerd. Centraal staan de zussen, maar ook Bervoets en Nijenhuis zelf vertellen persoonlijk anekdotes. Immers: ‘Een binding of verbinding met iemand leg je door iets over jezelf te vertellen.’

Na twintig minuten wordt de opname abrupt onderbroken en halen de zussen live herinneringen op aan hun jeugd. Soms eensgezind, maar vaak zijn die herinneringen anders. Zo wordt het wat algemenere getheoretiseer over identiteit gekoppeld aan een hoogst persoonlijke ervaring, verteld uit de eerste hand. De interviews komen nog een paar keer terug – zowel live als weer op band – en worden afgewisseld met zintuiglijke anekdotes uit de jeugd van Bulut en Sevis.

Het is altijd intrigerend als het dramatisch onderwerp fysiek op de vloer aanwezig is. Het publiek zit aan drie kanten om de speelvloer, grotendeels gelijkvloers. Bervoets en Nijenhuis hebben de vorm van hun onderzoek – de uitgebreide gesprekssessies – omgezet in een theatrale vorm. Die vorm is een stuk strakker en meer afgebakend dan Bervoets en Nijenhuis willen doen vermoeden. De voorstelling bestaat uit verschillende componenten: de opnames, het live gesprek, de herinneringen – en dat wisselt elkaar keurig af. Bulut en Sevis verplaatsen zich ondertussen in een strakke choreografie over het podium, en zetten zichzelf voortdurend – letterlijk – in het licht.

Het meest beklijft het levensverhaal van de twee zussen, die zich hardop al hun verschillende huizen en daarbij behorende anekdotes herinneren. Het gebrek aan een band met hun (pleeg)ouders lijkt de band tussen henzelf alleen maar sterker te hebben gemaakt. Het nature-nurture-debat vormt vooral aanleiding voor die verhalen – en fungeert als een originele ingang om Bulut en Sevis te introduceren.

Bervoets en Nijenhuis tonen zich zeer geëngageerde jonge makers, die een gedurfde vorm aan hun voorstelling gaven: geen theatrale poespas, maar in soberheid gaan ze op zoek naar de kern van hun fascinatie. De voorstelling leunt soms nog teveel op het documentaire karakter; er zitten een aantal aanzetjes en clichés in Lost Ladies die niet uitgewerkt worden. Nu krijgt elke anekdote, herinnering of beschrijving evenveel belang. Het zou interessant zijn om binnen deze dramaturgie op zoek te gaan naar meer variatie en grilligheid.

Maar als dit de signatuur is van dit nieuwe makersduo, dan doet dat uitkijken naar een volgende productie: of dat nu een totaal nieuwe voorstelling is, of een verdieping van dit project.

Foto: Alex Mooren