Meestal presenteren The Ruggeds zich als een collectief van hiphopdansers die met energieke en virtuoze shows een groot publiek enthousiasmeren, zowel in Nederland als (ver) daarbuiten. Voor hun nieuwe voorstelling hebben ze voor een intiemere setting gekozen: vier (korte) choreografieën waarbij alle vier de dansers van een de hoofdverantwoordelijkheid hebben genomen. Bij de voorstelling in Amstelveen mocht het publiek na het applaus raden wie dat dan per choreografie was, wat leidde tot mooie speculaties en hilariteit in de goedgevulde zaal.

Alle vier de choreografieën (de makers spreken zelf van chapters) hebben een ander getal als uitgangspunt voor een reeks associatieve scènes en situaties. De uitwerking varieert, van een abstracte choreografie met een sterk dansant karakter tot een meer verhalende dans met elementen van (panto)mime en toneelspel. Elk deel wordt voorafgegaan door een geanimeerde of gemonteerde filmprojectie op een grijze achterwand over de hele breedte van het toneel, die doet denken aan de blinde betonnen onderkanten van naoorlogse nieuwbouw-wijken.

De eerste choreografie – met als ondertitel ‘De schepping van het bestaan’ – gebuikt het getal nul als uitgangspunt voor een proces waarbij uit een menselijk kluwen gestalten ontstaan en relaties aangegaan worden. Het stuk wordt gevolgd door ‘Chapter 21’ waarin vier dansers zich verzamelen rondom een tafel waaraan een pokerachtig kaartspel wordt gespeeld (de ondertitel luidt hier: ‘Blackjack of blut’). In een aantrekkelijk gestileerde mimische vorm en strak ritmisch vormgegeven danspassages, die afgewisseld worden met gevechtschoreografieën, is het publiek getuige van de manipulaties en tactieken die uiteindelijk leiden tot een ontknoping die we net niet te zien krijgen.

Na een pauze start het filmpje voor ‘Chapter 8: Vloeiend en eindeloos’, dat begint met snel gemonteerde flitsen uit een leven van een jonge man dat bestaat uit veel herhaling: naar het werk gaan, fietsen, uitgaan, een onenightstand. Dan switchen we naar een situatie waarbij een van de dansers centraal een sigaretje rookt op een bank, terwijl de andere dansers om hem heen moeite lijken te hebben zich staande te houden. Ze zijn allen gekleed in blauwe overalls en er ontstaat een spel waarbij de centrale figuur de anderen met wisselend succes probeert te bewegen tot verandering in hun patroon.

In ‘Chapter 99’ wordt het hiphop-idioom gecombineerd met acrobatischer elementen. De achterwand, die tot dusver vooral als scherm voor de projecties diende, gaat een eigen leven leiden. De muur markeert nu een eindpunt of een obstakel, een begrenzing  van het speelvlak die het kwartet dansers probeert te overmeesteren. Als ze daar niet in slagen, haakt de een na de ander af.  Gaandeweg dit deel sluit de achterwand de enige overgebleven danser in tot hij, gevangen in een steeds nauwere lichtbundel, in het niets oplost en aldus ‘Het begin van het einde’ vormgeeft, zoals de ondertitel luidt van het laatste chapter.

De vier stukken kwamen bij deze eerste reisvoorstelling misschien nog niet helemaal samen, maar in de loop van de uitgebreide tournee zal het programma – eenmaal ingespeeld – zich zeker ontwikkelen tot een organischer geheel, waarbij de verschillende onderdelen hun eigen stijl, karakter en impact behouden.